city of things
/Vlaamse innovatiemotor/Samenwerking/Vlaamse onderzoeksprogramma’s/City of Things: sterk verhaal met open einde

City of Things: sterk verhaal met open einde

Hoe kan technologie helpen om mijn stad leefbaarder te maken? City of Things zocht het zes jaar lang uit. Duik hier in het verhaal.

Steden zijn al eeuwenlang plaatsen waar mensen elkaar ontmoeten. Dat zorgt voor creativiteit en nieuwe ideeën. Maar ook voor uitdagingen op het vlak van lucht- en waterkwaliteit, mobiliteit, geluidsoverlast ...

Zo’n uitdagingen noemen we ‘wicked problems’. Ze zijn complex en domeinoverschrijdend. Maar vooral: in een voortdurend veranderende wereld krijgen we ze nooit helemaal opgelost. Dat is geen reden om ze te laten betijen. Door ze aan te pakken, zetten we stappen vooruit. En bevestigen steden hun reputatie als broeinesten van innovatie.

Dat is zeker zo wanneer we technologie en data inzetten om die uitdagingen te lijf te gaan. Binnen City of Things was dat zes jaar lang de opdracht van een multidisciplinair imec-team – samen met burgers, bedrijven en imec-onderzoeksgroepen aan de Vlaamse universiteiten.

Via een waaier van projecten onderzochten we hoe overheden vorm kunnen geven aan digitale transformatie. En daarbij een stabiele context bieden aan bedrijven die de uiteindelijke applicaties zullen ontwikkelen.

Een mooi voorbeeld is het onderzoek naar de urban digital twin: een digitale replica van de stad in al haar complexiteit, om daarop de draagwijdte van beslissingen virtueel uit te testen. En dat over verschillende beleidsdomeinen heen.

Het City of Things-programma legde de eerste bouwstenen voor een regio waarin technologie volop kan bijdragen aan een aangenamer en duurzamer leven voor iedereen.

Bekijk hier de projecten die daar vandaag toe bijdragen.

Eerste digitale proeftuin in Antwerpen

City of Things werd opgestart in 2016 – net voor de fusie van imec en iMinds. Binnen een aantal Europese projecten wilden we onderzoeken hoe we hardware en software konden combineren tot slimme stadsoplossingen.

In 2018 waren we klaar voor een eerste praktijkervaring. Samen met de Stad Antwerpen pootten we met de Antwerp Smart Zone een digitale proeftuin neer in het centrum van de stad.

Met instrumenten zoals enquêtes en gebruikersonderzoek gingen we na welke uitdagingen burgers het belangrijkst vonden. En we rusten ons levend laboratorium uit met slimme sensoren en draadloze communicatiesystemen.

Van slimme stad naar slimme regio

Die aanpak werd sindsdien verdergezet over heel Vlaanderen. In allerlei steden en gemeenten zette City of Things pilootprojecten op om technologische oplossingen voor lokale uitdagingen te testen.

Dat leidde telkens tot nieuwe inzichten. Niet alleen over de ontwikkeling en de toepassing van de technologie. Ook over de praktische uitvoering van slimme stadsprojecten. We kregen zicht op vragen als:

  • Hoe verzoen je de behoefte aan informatie met het belang van privacy?
  • Hoe stem je de belangen van alle stakeholders op elkaar af?

Zo groeide City of Things uit tot een technologisch labo. Een kans om uit te zoeken wat er werkt. Maar ook wat er níét werkt. Daar communiceerden we open over, opdat anderen konden leren van onze ervaringen.

Belangrijkste les: nood aan gedeelde afspraken

Dat digitale transformatie getrokken wordt door steden en gemeenten is een goede zaak. Want wie kent er de lokale uitdagingen beter? Toch mag Vlaanderen geen archipel van slimme eilanden worden.

Neem nu het geval van intelligente verkeerslichten. Die werken best op dezelfde manier in Antwerpen als in Gent. Dan hoeven we ze niet elke keer van nul te ontwikkelen. En is het veel gemakkelijker om ze te koppelen met andere systemen.

We hebben dus nood aan een gedeeld technologisch ecosysteem en een gestandaardiseerde aanpak. Zodat het gemakkelijk wordt om kennis en meetresultaten te delen over gemeentegrenzen en beleidsdomeinen heen.

Op dat vlak werd er veel verwezenlijkt door Smart Flanders, een programma van de Vlaamse Overheid en imec-SMIT. Het doel was om de dertien centrumsteden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel te ondersteunen bij hun opendatabeleid. Dat mondde bijvoorbeeld uit in een Open Data Charter, met twintig gezamenlijke principes voor het duurzaam openstellen van data.

In 2020 hielden we dan de Vlaamse Open City Architectuur (VLOCA) boven de doopvont. De naam zegt alles over onze ambitie: één uniforme architectuur voor smartcity-oplossingen in Vlaanderen. Die biedt een houvast aan lokale besturen én bedrijven. En versnelt zo de evolutie naar een slimme regio.

Lees hier meer over vijf jaar City of Things.

City of Things is beëindigd, projecten leven verder

VLOCA is een van de bloeiende programma’s die ontstonden in het City of Things-laboratorium. Net zoals Mobilidata, Internet of Water Flanders, CityFlows en nog vele andere. We blijven ze ondersteunen binnen imec Vlaanderen, waar we ook nieuwe onderzoeksprojecten rond smart cities opstarten. Je vindt het actuele overzicht op deze pagina.

Wil je op de hoogte blijven van ons onderzoek?

Krijg al het nieuws in je mailbox

Jan Adriaenssens

Jan Adriaenssens