De fiets zit als vervoersmiddel in de lift. De meest recente cijfers van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer geven aan dat we in 2017 al voor 12% van onze verplaatsingen de fiets namen. Dat is de helft meer dan in 2010 en de ambitie van de Vlaamse overheid is dat we tegen 2040 meer dan 30% van onze verplaatsingen met de fiets doen. Alleen is dit niet zo eenvoudig, want veel van de ‘quick wins’ om mensen aan het fietsen te krijgen, zijn ondertussen al ingezet. Het wordt daarom steeds belangrijker om de beschikbare middelen toe te wijzen aan ingrepen die nog maximaal effect hebben. Als je bijvoorbeeld budget hebt voor een extra fietsparking in je stad of gemeente, waar ga je die dan plaatsen? Of als je een promotiecampagne lanceert, wat is dan de doelgroep bij wie nog de meeste winst te halen is?
Evelien Marlier, projectmanager en mobiliteitsexperte bij imec Vlaanderen, legt uit hoe betere data-uitwisseling een belangrijke sleutel kan zijn richting veiliger en comfortabeler – fietsverkeer: “We maken uitvoerig gebruik van data als het gaat om gemotoriseerd verkeer. Zowel de individuele bestuurder die dagelijks verkeersapps gebruikt, als overheden die er bijvoorbeeld mee aangeven waar wegenwerken en omleidingen zijn of om te onderzoeken waar gevaarlijke of drukke verkeersaders zijn. Voor fietsverkeer staat soortgelijke accurate informatievoorziening nog in de kinderschoenen. En daar willen we verandering in brengen.”
Groot potentieel onbenut
Het goede nieuws is dat er steeds meer relevante fietsdata bestaan: hoeveel fietsers er passeren op een bepaald punt, waar we fietsen parkeren en zouden willen/moeten parkeren, hoe populair deelfietsen zijn, wat mensen onveilige stukken vinden op hun route...
Het potentieel van deze en andere data blijft momenteel echter nog onderbenut. Verschillende databronnen samenbrengen binnen één ecosysteem kan bijvoorbeeld beleidsmakers ondersteunen om hun middelen optimaal in te zetten, en stelt hen in staat om eenvoudiger hun eigen inzichten te vergelijken met die van andere steden en regio’s.
Evelien Marlier: “Veel van deze fietsgerelateerde gegevens en informatie zitten verspreid bij een heel aantal publieke en private partijen. Daarenboven zijn ze vaak onderdeel van meer algemene mobiliteitsdata en is het niet altijd eenvoudig om de relevante fietsdata daaruit te filteren. Als er dan toch specifieke fietsdata worden verzameld, bijvoorbeeld met camera’s of tellussen, gebeurt dat niet altijd volgens dezelfde standaarden, waardoor gegevens uit verschillende studies niet altijd eenvoudig met elkaar te combineren of vergelijken zijn. Voor deze, en nog een heel aantal andere uitdagingen kunnen data spaces een oplossing bieden.”
Zorgeloos fietsdata delen dankzij data spaces
Wat is een data space?
Een data space is in feite niet meer of niet minder dan een ecosysteem van partijen die de nodige afspraken maken en technische bouwstenen gebruiken die ervoor zorgen dat data decentraal beheerd en uitgewisseld kunnen worden. Data spaces zorgen voor een duidelijke opsplitsing en brug tussen aanbieders en afnemers van data. Alles is zodanig geregeld dat een groot en wisselend aantal datastromen en transacties mogelijk zijn zonder dat de betrokken partijen (telkens) rechtstreeks bij elkaar moeten aankloppen. Tegelijk is er een wederzijdse garantie dat alles correct en in vertrouwen kan verlopen. Zo zijn aanbieders van data meestal bezorgd over de veiligheid en privacy van de gegevens die ze bezitten, maar ook of ze er correct voor vergoed worden. Voor afnemers van data is het dan weer belangrijk om vertrouwen te hebben in de beschikbaarheid, consistentie en kwaliteit van de data.
De toekomstvisies die data spaces ons bieden, zijn veelbelovend. Zowel op lokaal als internationaal vlak werken dan ook heel wat spelers samen aan de ontwikkeling ervan. Zo wordt bijvoorbeeld gekeken hoe specifieke bouwblokken verbindingen kunnen leggen tussen Vlaamse en Europese data spaces of tussen fietsdataspaces en meer algemene mobiliteitsdataspaces.
Lees het volledige dossier over data spaces hier
Data spaces voor fietsers in Vlaanderen
Een belangrijk project dat gebruik maakt van fietsdata is Interreg MegaBITS, voluit: Mobilizing Europe's Green Ambition through Bicycles and Intelligent Transport Systems.
Het is een samenwerking tussen tien publieke en private partijen uit de EU en zes lidstaten.
De Nederlandse provincie Overijssel coördineert het hele project, imec staat in voor het technische luik: “Het project bouwt voort op de resultaten van een eerder Interreg project, genaamd BITS, dat erg goed onthaald is door zowel de partners van het project als anderen uit de fietssector. Zo was een van de uitkomsten van het BITS project een zogenaamde Cycle Data Hub, of online inventaris van relevante databronnen en -aanbieders. Binnen het MegaBITS project willen we deze omgeving gaan opzetten als een data space waarin je meteen bij de onmiddellijk bruikbare data terecht komt. Nu fungeert het platform eerder als een ‘gouden gids’ die je tot aan de voordeur van de data-aanbieders brengt, maar niet verder.”
Bovendien bevinden zich in het MegaBITS project onder de partners enkele absolute koplopers als het gaat om fietsinfrastructuur, zoals de stad Kopenhagen. De verwachtingen rond het MegaBITS project zijn dan ook erg hoog. Om aan de verwachtingen tegemoet te komen, stelt het project, dat loopt van 2023 tot en met 2026, zich enkele ambitieuze doelen. Het meest concrete doel is een 10% toename in het aantal gefietste kilometers in de betrokken steden. Ook wil het project een online marktplaats opzetten voor intelligente verkeerssystemen (ITS) voor fietsers en zal het project inzetten op een beter beleid en transitie naar een meer duurzame mobiliteit.
Dankzij de samenwerking met organisaties zoals de Cycle Industries Europe (CIE), zorgt het project ervoor dat de opgedane inzichten en oplossingen ook terecht komen in andere steden, zoals de honderd Europese steden die zich tot doel hebben gesteld om tegen 2030 klimaatneutraal te zijn.
Een eerste en misschien wel belangrijkste stap in dit alles is om de kennis en bewustwording te vergroten bij de betrokken beleidsmakers en private aanbieders van fiets- en mobiliteitsoplossingen. Evelien Marlier: “In mei gaf ik een presentatie op de internationale Velocity conferentie in Leipzig. In het publiek hadden maar enkele mensen al gehoord van een data space en slechts twee van een fiets data space. We willen ervoor zorgen dat tegen juni 2024, wanneer Gent de gaststad is voor deze conferentie, die cijfers in elk geval al een stuk hoger liggen.”
Meer weten?
Als onderzoeksinstituut wil imec de kennis die het heeft opgebouwd zoveel mogelijk delen met anderen - inclusief onze expertise over data spaces.
Nog meer weten over data spaces voor meer en beter fietsverkeer? Lees dan de Engelstalige imec whitepaper “EU Bicycle Data Space. Is it needed and how do we get there?”.
Heb je een vraag over data spaces? Wil je samen met een neutrale partij testen of een data space een meerwaarde kan bieden voor jouw use case/project? Neem dan contact op met bart.matthys@imec.be.
Heb je vragen over fietsdata of over dit artikel in het bijzonder?
Stel ze gerust aan evelien.marlier@imec.be.
Gepubliceerd op:
30 oktober 2023