“Wellness en personalisering zijn belangrijke drijfveren voor IoT in gebouwen”
“De context en ultieme uitdaging voor IoT in gebouwen is volledige steden duurzamer en aangenamer maken. Denk aan wat we in het City of Things project verwezenlijken in Antwerpen en bij uitbreiding naar Vlaanderen,” kadert John Baekelmans, Managing Director imec Nederland & Vice President bij imec. “Gebouwen maken een belangrijk deel uit van een stad. Zo wordt veertig procent van alle energie in een stad verbruikt door en in gebouwen. We leven en werken in gebouwen. Een groot deel van wat we slimmer kunnen maken, speelt zich dus in deze context af. En dan met name in de ervaringen van de gebruikers en bewoners van de gebouwen.”
Een recente studie van JLL beschrijft de tien belangrijkste trends in bedrijfsvastgoed. Van flexwerken en digitalisering tot innovatiecultuur en community gevoel. John Baekelmans kiest er twee wat verrassende kandidaten uit om verder op in te gaan. Wellness: een context creëren voor een optimale mentale en fysieke gezondheid. En humanisering: het personaliseren van ruimtes voor een mensgerichte ervaring.
Elke dag een wauw-gevoel
“Gebouwen worden in toenemende mate assets voor rekrutering,” verklaart John Baekelmans. “Je gaat niet langer alleen maar werken voor een bedrijf om wat ze doen, maar ook vanwege het gebouw waarin je terechtkomt.” De vraag die John Baekelmans zichzelf daarbij altijd voor ogen houdt is: ”Hoe kan je een ruimte zodanig personaliseren dat ze je elke dag een wauw-gevoel geeft?”
Een tiental jaar gelden zouden we dan gedacht hebben aan scenario’s waarbij elke ruimte met witte muren en geavanceerde projectietechnieken kon omgetoverd worden tot je eigen woonkamer. Maar daar gaat het helemaal niet over, zegt John Baekelmans: “Elke mens heeft andere voorkeuren. Denk aan lichtintensiteit, kamertemperatuur, zittend of staand werken enzovoort. Bovendien heb je in flexwerkplekken ruimtes met verschillende functies. Ruimtes om te rusten of in stilte te kunnen werken en andere voor ontmoetingen en besprekingen. In al deze ruimtes wil je je persoonlijke voorkeuren terugvinden.”
“Je gaat niet langer alleen maar werken voor een bedrijf om wat ze doen, maar ook vanwege het gebouw waarin je terechtkomt.”
Meten is weten
Het is voor imec dan ook belangrijk om aan te tonen dat de kennis schaalbaar en overdraagbaar is.
John Baekelmans: “We hebben daarom ook een gelijkaardige opstelling bij het Homelab in Gent. Met dat verschil dat het daar allemaal netjes weggewerkt is in de muren. Het heeft ons maar een dag gekost om het hele systeem te installeren en inmiddels krijgen we er al zeven maanden lang betrouwbare data uit. Volgende stap is om in de Krook in Gent, een innovatief publiek gebouw waar onder andere de openbare bibliotheek is gevestigd, een netwerk met tweehonderd sensoren te installeren.
En je kan ook slim gebruik maken van bestaande infrastructuur. Zo hebben we in Antwerpen een twintigtal voertuigen van bpost uitgerust met onze sensoren. Omdat die sowieso de hele stad bestrijken, creëer je een efficiënte manie om met een beperkt aantal sensoren toch een voldoende accurate map te maken. Om de blinde vlekken op te vullen, de auto’s rijden bijvoorbeeld niet ’s nachts, hebben we er ook een aantal vaste meetpunten geïnstalleerd op gebouwen en lantaarnpalen.”
Voorlopig meten de imec sensoren in Antwerpen de hoeveelheid fijn stof en stikstofdioxide (NO2). Vanaf later dit jaar zullen ook metingen van de ozonconcentratie gebeuren.
Maar wat leer je hieruit en hoe komt dat de eindgebruiker ten goede? John Baekelmans: “In dit stadium gaat het met name nog om het meten en analyseren. Toch leveren onze living-lab experimenten al een aantal inzichten voor toepassingen op. Zo krijg ik regelmatig een sms’je van mijn medewerkers dat ik de deur van mijn kantoor moet openzetten omdat de luchtkwaliteit er te slecht geworden is.”
René Elfrink, Senior Researcher Solutions4IoT bij imec Nederland getuigt: “We zien dat we veel van de ongewenste situaties in de hand werken door ons eigen gedrag. Hoe vaak gaan we niet met te veel in een vergaderruimte zitten en overbelasten daarmee de klimaatregeling? En mensen reageren ook pas als het te laat is. Op het moment dat je hoofdpijn krijgt, is het kwaad al geschied. Je moet gebruikers dus een waarschuwing geven voor het zover is. Maar ook daarin zijn we halsstarrig. Een tijd geleden hadden we onze sensoren ingebouwd in kastje wat eruitzag als een verkeerslicht. En dan nog zagen we dat mensen pas actie ondernemen als het licht op rood staat en niet al bij oranje. Een waarschuwing via onze smartphone werkt dan blijkbaar beter. Waar we naartoe gaan is dat het gebouw zich automatisch en intuïtief aanpast op basis van wat het over jou heeft geleerd. En zonder dat je een mobiele telefoon of ander apparaat bij je moet hebben. Zo toont onze recente demo-opstelling in een schaalmodel aan dat we de luchtkwaliteit continu op pijl houden door de klimaatregeling aan te passen aan de situatie in de ruimte. Voor een opschaling naar een echte omgeving werken we aan de samenwerking met de bedrijven die de klimaatregeling beheren.”
Luchtkwaliteit is natuurlijk maar een aspect. John Baekelmans: “Je kan uit deze metingen ook veel afgeleide informatie halen die bruikbaar is. Zo kunnen we op dit moment al het volume in een kamer berekenen uit onze metingen. En in De Krook gaan we onze data inzetten om te kunnen weergeven waar in het gebouw nog vrije ruimte is om te lezen of te weken, hoe mensen door het gebouw bewegen enzovoort.”
Massage en yoga
De échte factor die het verschil zal maken, blijft volgens John Baekelmans namelijk de mens: “Happiness at work is een van de belangrijkste drijfveren voor werknemers. En zou dat dus ook moeten zijn voor iedere werkgever en gebouwbeheerder. Fun, wellness en pleasure komen dichterbij de werksfeer dan je denkt. Yogasessies, een masseur laten langskomen… Werkgevers die zaken aanbieden die je normaal thuis doet – of zelfs daar niet aan toekomt – kunnen een ongelofelijke meerwaarde creëren voor het welbehagen van medewerkers. Negentig procent van de kost van een bedrijf zit in de mensen. Die hebben het grootste effect op efficiëntie en rendabiliteit. Het is dus des te belangrijker ook dit te optimaliseren bovenop de gangbare zaken als energiemanagement en processflows. Massages en yoga kunnen daar zeker al in helpen. Maar ook hier kan technologie een doorslaggevende factor zijn. Er zijn studies uitgevoerd in gebouwen die tot in het extreme zijn geoptimaliseerd op indoor luchtkwaliteit. Veel verder nog dan de reeds bestaande groene huizen en werkplekken. Metingen toonden bijvoorbeeld aan dat de efficiëntie van medewerkers om te reageren op stresssituaties met vijfenzeventig procent verbeterde.”
Van technologie naar cognitieve psychologie
In zijn ITF presentatie legde ook Erik van Mossevelde, Director Corporate Technology bij Niko, de parallel tussen de mens en de systemen in een slim gebouw. Zijn uitgangspunt was dat ze uit dezelfde componenten zijn opgebouwd. De mens heeft zintuigen; een slim gebouw heeft sensoren. De mens heeft een lichaam; het gebouw een fysieke infrastructuur. De mens communiceert met taal en lichaamstaal en ook met een gebouw kan je op verschillende manieren in interactie: schakelaars, aanraakschermen… En waar de mens een brein heeft, zal een gebouw straks artificiële intelligentie bezitten. Een van de punten die Erik van Mossevelde maakte is dat we op al deze domeinen moeten inzetten. En niet enkel op bijvoorbeeld de infrastructuur. Cognitieve psychologie is voor volgens Erik van Mossevelde dan ook een van de belangrijkste disciplines voor toekomstige ontwikkelingen in de richting van intuïtieve gebouwen. Deze tak van de psychologie onderzoekt het menselijke denken en zaken die te maken hebben met problemen oplossen en informatieverwerking. Zo verwacht hij hieruit bijvoorbeeld inzicht in de mate van controle die gebruikers uit handen willen geven. Hoeveel wil je dat je gebouw automatisch voor jou regelt en wat wil je zelf in de hand houden?
Waar imec naartoe wil? John Baekelmans: “Wij willen met imec toonaangevend zijn in de slimme stad. En dus ook slimme gebouwen. En niet alleen op het vlak van technologie. Daarin doen we al veel, zoals het optimaliseren van zonneceltechnologie of het ontwikkelen van de volgende generatie sensor- en communicatietechnologie. We willen vooral ook de beleving van de mens gaan optimaliseren en zijn interactie met de technologie die in de achtergrond haar werk doet. Hiervoor is ons onderzoek in échte omgevingen cruciaal. Als je je innovaties niet uitwerkt in co-creatie met de eindgebruikers, heb je haast geen kans op slagen.”
Meer weten?
- Hier kan je de studie van JLL over de top 10 trends in bedrijfsvastgoed opvragen
- Deze pagina beschrijft een aantal use cases in het City of Things project
- Meer informatie over Imec HomeLab en Imec OfficeLab
John Baekelmans is Vice President & Managing Director bij imec Nederland. Als Managing Director heeft hij de algemene bedrijfsleiding en operationele verantwoordelijkheid voor imec Nederland. Bovenop zijn rol bij Imec NL, leidt hij de onderzoeksgroepen Internet of Things en Connected Health Solutions en is hij verantwoordelijk voor het onderwerp Smart City binnen imec wereldwijd.
Voor hij bij imec in dienst trad, werkte John 21 jaar bij Cisco, waar hij wereldwijd diverse leidinggevende functies bekleedde in de departementen Engineering, Services en M&A. Hij was er o.a. auteur van verschillende Amerikaanse en Europese patenten. John was ook medeoprichter van Fifthplay, een Belgische start-up op het domein van slimme woningen en gebouwen. Voor hij aan de slag ging bij Cisco was John bij Siemens betrokken bij het ontwerpen, toepassen en gebruiken van grote PBX-netwerken.
John behaalde een masterdiploma computerwetenschappen aan de Universiteit Antwerpen en is een Cisco Certified Internetwork Expert (CCIE).
Gepubliceerd op:
30 mei 2018