21 september is de internationale dag tegen Alzheimer. De strijd tegen deze en andere complexe hersenaandoeningen is nog lang niet gestreden. Maar mede dankzij technologische innovaties groeit mijn optimisme: op een dag is er geen Alzheimer meer.
Onlangs was op Canvas ‘Supernova’ te zien, een schitterend drama met Colin Firth en Stanley Tucci. De film maakt duidelijk hoe Alzheimer minstens zo ontwrichtend is voor de omgeving als voor de patiënt zelf. Een verhaal dat helaas voor steeds meer mensen herkenbaar is. Want de ziekte, die nu al samen met kanker en diabetes geldt als een van de drie ‘biljoen (1000 miljard) dollar-ziektes', zal de komende 30 jaar verdrievoudigen in omvang. De roep om een behandeling klinkt almaar luider.
Een van de redenen waarom die zoektocht moeilijk verloopt, zo leerde ik van Bart De Strooper, een wereldautoriteit in dit onderzoeksveld, is dat het ons aan manieren ontbreekt om hersenziektes tijdig op te sporen. De dementie die dokters en omgeving alarmeert, vormt pas de finale fase. Op dat moment zijn neuronen in de hersenen al sterk aangetast en is de reservepool aan gezonde hersencellen die cognitieve functies kunnen overnemen al uitgeput. Jaren eerder treedt moleculaire schade op in de hersenen die samengaat met ontstekingen en de ophoping van eiwitaanslag, de ‘amyloïdeplakken’. Het komt erop aan zulke waarschuwingstekens vroeger te detecteren zodat we patiënten behandelen op een moment dat dat nog kan.
Maar hoe kijk je onder de hersenpan? Klassieke hersenscans brengen ons ergens, maar ze zijn te duur en tijdsintensief voor brede toepassing. Technologie biedt opties: nieuwe types hoogtechnologische camera’s scannen het netvlies van een patiënt op plakken. Ons netvlies bevat namelijk neuronen die als een doorkijkvenster dezelfde afwijkingen laten zien als het brein. Door computerkracht los te laten op de output van deze supercamera's, ligt de weg open naar vroege detectie. De volgende stap is een gedetailleerd 3D-beeld van de hersenen zelf. Dat vereist een combinatie van gevoelige metingen en computerkracht om signalen samen te voegen en te verwerken. Doel: vroegtijdig, objectief en kwantitatief veranderingen meten in de manier waarop informatie door onze hersenen reist.
Behalve te late detectie is er nog een fundamenteler probleem: we begrijpen het mechanisme niet tussen amyloïdeplakken en Alzheimer. Is het een bijverschijnsel of net de oorzaak? In de VS heeft de FDA intussen antistoffen tegen amyloïdeplakken goedgekeurd. Sinds kort zijn er biomarkers die in het bloed opgespoord kunnen worden. En recent ontdekte het team van Bart De Strooper dat het gen ‘MEG3’ een sleutelrol speelt in het afsterven van neuronen. Hoopvol nieuws, maar pas als we de biologie achter de ziekte en het complexe spel tussen risicofactoren begrijpen, kunnen we gericht behandelen. Ook daar zie ik technologische innovaties baanbrekend werk verrichten: de neuropixelsonde biedt een ongezien detail-inzicht in de hersenen. Duizenden elektroden, aangebracht op een naald fijner dan een menselijk haar, laten toe om individuele hersencellen uit te lezen. En artificiële intelligentie vereenvoudigt de zoektocht naar verbanden tussen levensstijl en Alzheimer.
De successen in de strijd tegen kanker tonen aan dat investeren en samenwerken loont. Vandaag is het tijd om alle zeilen bij te zetten tegen Alzheimer. Naast meer onderzoek en geld, zullen we heel wat nieuwe technologie nodig hebben.
Dit artikel verscheen eerder als column in De Tijd.
Peter Peumans behaalde een doctoraat als elektrisch ingenieur aan Princeton University, en een bachelor- en masterdiploma aan de Katholieke Universiteit Leuven. Voor hij bij imec in dienst trad, was Peter Peumans professor Electrical Engineering aan de Stanford University. Hij ontving een NSF CAREER award en een Belgian-American Educational Foundation honorary fellowship. Hij is momenteel verantwoordelijk voor imec's strategie in gezondheid.
Gepubliceerd op:
21 september 2023