Mijn wagen is -net zoals de uwe waarschijnlijk- uitgerust met de laatste technologische snufjes zoals adaptieve cruise control of automatische noodremmen. Deze systemen, gebaseerd op radar, zijn ondertussen zo goed als standaard in moderne voertuigen, en ze verbeteren zowel de veiligheid als het rijcomfort. Radar is echter veel meer dan alleen een technologie voor auto’s. Het biedt ook enorm veel potentieel voor de gezondheidszorg.
Een van de grootste troeven van radar is dat het contactloos werkt. Radar zendt radiogolven uit en vangt de reflectie op van de huid, waarbij kleine bewegingen zoals de borstkas bij ademhaling of de hartslag gemonitord kunnen worden zonder dat er elektrodeplakkers, sensoren of andere draagbare apparaten op de patiënt bevestigd hoeven te worden. Zeker bij kwetsbare groepen, zoals premature baby’s of mensen met brandwonden, is dat een ideale oplossing, omdat het risico op huidirritatie of infectie afneemt. Maar ook voor zorgverleners biedt het praktische voordelen: minder handelingen, minder tijdverlies, en dus meer ruimte voor directe patiëntenzorg. In een zorgcontext met toenemende werkdruk en meer zorgnoden onder impuls van de vergrijzing, draagt automatisering bij aan efficiënte zorg, zonder aan de broodnodige menselijke interactie in te boeten.
De niet-invasieve troeven van radar zijn ook relevant buiten het ziekenhuis. Denk maar aan thuiszorg, waar continue opvolging belangrijk is, maar waar de patiënt ook zijn dagelijkse activiteiten wil kunnen uitvoeren zonder belemmeringen. Of denk aan situaties waarin het moeilijk is om fysieke sensoren te plaatsen, zoals bij ouderen of mensen met een lichamelijke beperking. Zelfs in het dashboard van de wagen zijn gezondheidstoepassingen denkbaar: radar kan ademhaling en hartslag detecteren en daarmee de vermoeidheid of stress van een bestuurder opvolgen.
Radar is ook verrassend veelzijdig. In tegenstelling tot bijvoorbeeld optische sensoren, is het niet afhankelijk van licht. Voordeel: radar laat het zich niet storen door schaduwen of reflecties. Radarsignalen werken even goed in het donker en kunnen door textiel, dekens of kleding heen meten. Bovendien is radar in staat om meerdere personen tegelijk te monitoren, wat mogelijkheden biedt voor toepassingen in bijvoorbeeld meerpersoonskamers, woonzorgcentra of voertuigen.
Het klinkt allemaal veelbelovend, maar veel van deze toepassingen bevinden zich vandaag nog in een experimentele fase. Hoewel de technologie zich in gecontroleerde omstandigheden bewezen heeft, blijft het een uitdaging om ze betrouwbaar te laten werken in de praktijk (thuis, in een voertuig of op een (gedeelde) ziekenhuiskamer). Daar is het moeilijker om bruikbare signalen te onderscheiden van ruis uit bewegingsartefacten, zoals een patiënt die zich omdraait, een verpleegkundige die langsloopt, of de trillingen van een voertuig. Vooral hartslagmeting is gevoelig: het signaal is minder krachtig dan ademhaling en wordt dus makkelijker overschaduwd door storingen.
Om ook in deze –realistische- omstandigheden betrouwbare data te kunnen verzamelen, zou de technologie verder verfijnd moeten worden, bijvoorbeeld met behulp van slimme algoritmes die het onderscheid kunnen maken tussen relevante signalen en ruis. Zelfs ondanks tijdelijke verstoringen in radarsignalen kunnen deze algoritmes voldoende betrouwbare metingen overhouden om trends over de tijd heen zichtbaar te maken. Daarnaast kunnen innovaties zoals signaalsturing de radarstraal richten op verschillende zones of individuen. Miniaturisatie van bijvoorbeeld antennes kan de radartechnologie dan weer kleiner, goedkoper en flexibeler maken, waardoor integratie in bestaande infrastructuren, zoals ziekenhuisbedden, wagens of meubels mogelijk wordt.
Radar biedt de mogelijkheid om niet alleen nieuwe manieren van patiëntenmonitoring te introduceren, maar ook om bestaande processen in ziekenhuizen of bij thuiszorg te verbeteren door metingen op afstand mogelijk te maken. Dat kan de zorg niet alleen efficiënter maken, maar ook meer ruimte creëren voor menselijk contact. Of dit daadwerkelijk het zorglandschap zal transformeren, hangt af van de snelheid waarmee de technologie verfijnd wordt, maar het is duidelijk dat er veel potentieel ligt in de integratie van radar in de gezondheidszorg van de toekomst.
Deze column verscheen eerder in De Artsenkrant.

Peter Peumans behaalde een doctoraat als elektrisch ingenieur aan Princeton University, en een bachelor- en masterdiploma aan de Katholieke Universiteit Leuven. Voor hij bij imec in dienst trad, was Peter Peumans professor Electrical Engineering aan de Stanford University. Hij ontving een NSF CAREER award en een Belgian-American Educational Foundation honorary fellowship. Hij is momenteel verantwoordelijk voor imec's strategie in gezondheid.
Gepubliceerd op:
29 juli 2025