In 2007 al lanceerde het Amerikaans technologie-maandblad Wired de term ‘quantified self’, het fenomeen waarbij we ons lichaam in detail meten door middel van draagbare technologie – en die data vervolgens gepresenteerd krijgen in afgelikte grafiekjes. Anno 2025 is de quantified self een realiteit: mensen volgen massaal hun slaapscore, sportherstel of activiteitsniveau op. Met slimme ringen wordt het nog eenvoudiger om permanent informatie te verzamelen.
Dat biedt een kans op gezondheidswinst, zeker voor medische problemen waar continue metingen een verschil maken. Denk aan voorkamerfibrillatie of slaapapneu, aandoeningen die vaak onder de radar blijven. Intussen kreeg de Apple watch van de Amerikaanse Federal Drug Administration (FDA) een goedkeuring voor de detectie van beide. Al haastte de FDA zich wel om eraan toe te voegen dat de tool niet volstaat voor een diagnose of opvolging. Wel kan de eerste screening door een slimme ring of horloge aanleiding vormen voor een diepgaand medisch onderzoek. Op populatieniveau kan de waarde dan weer zitten in het grote volume aan data. Denk aan algoritmes die medische aandoeningen voorspellen, data-analyses die toelaten om patiënten te vergelijken met leeftijdsgenoten of data om het gezondheidsbeleid beter te sturen. We moeten dan wel nadenken over een veilige architectuur om data te verzamelen zonder de privacy van gebruikers te schaden, en aan het opleiden van artsen om met dit soort longitudinale data te werken.
Maar als gewone burger ingrijpende beslissingen nemen, enkel op basis van data uit wearables: ik zou het ten stelligste afraden. Recent Amerikaans onderzoek plaatst grote vraagtekens bij de betrouwbaarheid en de accuraatheid van wearables. Niet onlogisch: een smartwatch of ring heeft strenge beperkingen qua vormfactor en kost. En als de accuraatheid van relatief eenvoudige metingen al beperkt is, dan kan je afgeleide parameters zoals ‘fitheid’ maar beter met een korrel zout nemen. Onder meer bij imec wordt intussen wel gewerkt aan verbeterde sensoren, zodat die bijvoorbeeld ook even betrouwbaar zijn ongeacht huidskleur (wat vandaag niet het geval is). Ik verwacht dat wearables in de toekomst ook zaken als bloeddruk en glucose kunnen meten. De recente overname van glucosemonitoringapp Veri door smartringbedrijf Oura past alvast in die evolutie.
De slinger van een ‘quantified self’ kan ook doorslaan als ons leven gedicteerd wordt door cijfers en een hang naar orthorexie. En er zijn ook ethische vraagtekens bij te plaatsen: willen we geconfronteerd worden met de vroegste symptomen van ziektes die (voorlopig) nog onbehandelbaar zijn, zoals Alzheimer? Mijn advies voor nu: doe je voordeel met die slimme ring om gezonder te leven, hecht waarde aan parameters die vandaag al nuttig en betrouwbaar zijn zoals hartslag en hartslagvariabiliteit, maar besef dat het een onvolmaakt hulpstuk is dat voorlopig het onderspit delft tegen een portie gezond boerenverstand.
Dit artikel verscheen eerder als column in De Tijd.
Peter Peumans behaalde een doctoraat als elektrisch ingenieur aan Princeton University, en een bachelor- en masterdiploma aan de Katholieke Universiteit Leuven. Voor hij bij imec in dienst trad, was Peter Peumans professor Electrical Engineering aan de Stanford University. Hij ontving een NSF CAREER award en een Belgian-American Educational Foundation honorary fellowship. Hij is momenteel verantwoordelijk voor imec's strategie in gezondheid.
Gepubliceerd op:
9 januari 2025