5 Vlaamse smart people-projecten
Hackable City of Things is een initiatief van imec waarbij we Vlaamse burgers, burgerinitiatieven en actiegroepen inschakelen om de slimme stad van morgen vorm te geven. Zij komen met de ideeën, imec faciliteert met technologie, data en werkkaders om de stad constructief te hacken. In het najaar van 2019 lanceerde imec een call voor het eerste Hackable City of Things-traject.
Vijf Vlaamse burgerinitiatieven meldden zich aan om specifieke problemen aan te pakken. Die zijn al even divers als de stad zelf:
- Gents Milieufront en Bewonersgroep Luchtbal Noord werkten samen onder de naam Klankentappers om geluidsoverlast in kaart te brengen.
- Klimaatrobuust Sint-Andries hoopte een werkbare oplossing te vinden voor het beheer van groen in de stad door burgers.
- Gents Milieufront tackelde het probleem van zwerfafval.
- Antwerpenize zocht een oplossing om de officiële inhaalafstand voor auto’s af te dwingen.
- Klimaan broedde op het idee om de output van zonnepanelen te monitoren.
Tijdens het jurymoment in december 2019 bekeken we hoe elk idee het best verder uitgewerkt kan worden tot een werkend product. Met een van de burgerinitiatieven gaat imec in 2020 verder aan de slag; de overige teams brengen we in contact met bedrijven en organisaties die ideaal geplaatst zijn om hen verder te helpen met de realisatie van hun oplossing.
Het belang van de burger
Smart people is een van de cruciale domeinen binnen de smartcity-activiteiten van imec. Het doel is om burgers een cruciale rol te geven in het toegepaste onderzoek naar technologie en innovatie. Burgers zijn immers van onschatbare waarde als onderzoekspartner omdat zij de oplossingen ‘in het echt’ kunnen testen en beoordelen.
Die nauwe samenwerking tussen onderzoekers, bewoners, bedrijven en overheden maakt de zoektocht naar technologische oplossingen voor de stad van morgen efficiënter, relevanter en dynamischer. Imec gebruikt hierbij beproefde methodologieën voor gebruikersonderzoek en een ruime waaier aan tools zoals enquêtes, praktische veldtesten, cocreaties en feedbacksessies.
Met Hackable City of Things gaan we nog een stap verder en is de burger eigenaar van de ideeën en oplossingen. Hun frisse kijk op de slimme stad van morgen zorgt ervoor dat hun smartcity-innovaties reële maatschappelijke behoeften invullen die de levenskwaliteit in de stad verbeteren.
Smart people aan de slag tijdens de one-week sprint
Alle teams doorliepen vijf workshops waarbij ze hun ruw idee uitwerkten tot een eerste prototype. Die werkwijze is gebaseerd op de one-week sprint. Tijdens een one-week sprint werkt elk team in vijf opeenvolgende dagen een product of feature zo goed mogelijk uit. Elke dag focussen ze op een nieuw aspect van de uitdaging:
- Op de eerste dag verwoorden ze de probleemstelling en bakenen ze hun idee af.
- Op de tweede dag doen ze inspiratie op en lichten ze het idee kritisch door.
- Op de derde dag gieten ze alles in een helder stappenplan (het storyboard).
- Op dag vier en vijf maken en testen ze een eerste proof of concept.
Om praktische redenen was het voor het project van Hackable City of Things niet mogelijk om het op de beproefde manier te doen. Aron-Levi Herregodts en Charlotte Catteeuw, innovation managers bij imec.livinglabs, leggen uit. “We werkten met burgerbewegingen”, zegt Aron-Levi. “Zij deden dit project in hun vrije tijd, dus konden we niet zomaar een volledige week in beslag nemen.”
Charlotte beaamt: “In een ideale wereld doe je alles in een week, van probleemstelling tot en met het testen, maar wij hebben de one-week sprint voor dit project opgesplitst over twee maanden.” Er zat gemiddeld twee weken tussen elke sessie. Enkel de laatste twee dagen – prototyping en testing – waren aan elkaar gekoppeld.
Alle smart people-oplossingen op een rijtje
Hoe brachten de kandidaten het ervan af? Twee van de vijf burgerbewegingen haakten al wat vroeger af, en gingen naar huis met verhelderende inzichten en een bijzondere ervaring. De drie andere teams mochten zich op de borst kloppen met hun zelf uitgedachte proof of concept.
Zwerfvuil onder handen nemen met Trash Talk
Meten is weten. Die leuze moet door de hoofden van de leden van het Gents Milieufront gewaaid hebben toen ze broedden op een idee om zwerfafval aan te pakken. Dit team heeft in de loop van de vijf workshops een mogelijke oplossing uitgedokterd die afvalopruimers helpt om te registreren welk soort afval ze opruimen. Daarbij hebben ze goed gekeken naar wat al op de markt is om er verder op uit te breiden.
Volgens Lieve Mertens kan het probleem van zwerfvuil best verholpen worden via een systematische aanpak. Hun oplossing, Trash Talk, kan daarbij helpen. Trash Talk helpt in kaart brengen wat zwerfvuilopruimers allemaal oprapen – blikken, petflessen, peuken – en van welk merk het zwerfvuil is. “Als we bijvoorbeeld veel bekers van Starbucks vinden, dan kunnen we de gegevens aan hen doorgeven en ijveren dat ze statiegeld vragen voor hun bekers. Dan zullen er minder op straat liggen.” Ze klinkt overtuigd.
Het prototype is een app op de smartphone die zwerfvuiloprapers aan hun grijptang bevestigen. Bij elk stuk zwerfvuil dat de ze in hun vuilniszak steken, geven ze een mondelinge instructie aan de app. “Trash Talk: 1 blikje coca cola, stop.” De app houdt zo het aantal opgeraapte zwerfafvalstukken bij. “Het is belangrijk dat alles handenvrij gebeurt”, zegt Lieve. “De opruimers hebben handschoenen aan, dus het is onhandig om te prutsen en te swipen op de smartphone.” Ook naar hygiëne toe is dat niet aan te raden.
Tijdens de testdag werd duidelijk dat de spraakherkenning nog niet op punt stond. Er zijn nu eenmaal veel voice commands in te geven. “Misschien zal het lukken als we ons eerst focussen op een specifiek soort afval, bijvoorbeeld blikjes”, zegt Lieve. “Het lijkt me belangrijk dat veelgekochte merken zoals Coca-Cola, Jupiler en Cara Pils geregistreerd zijn in de app. Als je dan toch een Pools blikje bier tegenkomt, dan kan je wel een algemenere opdracht inspreken.”
Trash Talk kan vooral waardevol zijn tijdens grote opruimacties, schat Lieve in. “Als je tijdens de Gentse Grote Kuis een heleboel Gentenaren kan sensibiliseren om alles met de app te registreren, dan hebben we onmiddellijk veel gegevens vanop verschillende plaatsen in Gent.”
Geluidsoverlast in kaart brengen in de stad
Ook bij Gents Milieufront & Bewonersgroep Luchtbal Noord kennen ze het belang van meten. Deze burgerinitiatieven verenigden zich onder de naam Klankentappers en werkten samen rond geluidsbelasting in de stad. Ze willen burgers sensibiliseren rond het thema geluidsoverlast en hen rustige plaatsen in de stad aanreiken.
Geluidsoverlast is volgens Rik Verschueren van Gents Milieufront een belangrijk maar onderschat aspect van levenskwaliteit, en staat te weinig op de politieke agenda. “Er zijn de afgelopen jaren verschillende initiatieven geweest en metingen gebeurd rond stikstof- en fijnstofvervuiling. Rond geluidsoverlast was er nog niets en omdat meten weten is, besloten we daarop in te zetten.”
Om dat te kunnen doen, willen ze een citizen-scienceproject uit de grond stampen en andere burgers de kans geven om betaalbare maar kwalitatieve sensoren te installeren. Qua opzet is dit vergelijkbaar met het Vlaamse burgeronderzoek naar luchtkwaliteit, Curieuzeneuzen.
Slagen ze erin om voldoende mensen te motiveren om een sensor te installeren, dan kunnen ze een fijnmazige geluidskaart van een stad of wijk samenstellen. Die kaart onthult waar er in de stad stilteplaatsen zijn. Zo kan iedereen gemakkelijk de rust opzoeken.
Groenbeheer - Groen in de stad
Klimaatrobuust Sint-Andries is een lokale Antwerpse vereniging die zich voornamelijk inzet voor groen in de stad. Ze helpen verschillende groene projecten in hun wijk mee in goede banen te leiden. Bij een van die projecten konden ze de hulp van imec gebruiken.
Her en der in de wijk Sint-Andries staan grote plantenbakken om het grijze, betonnen karakter van de straten een zweem van groen te gunnen. Maar het beheer van die bakken loopt niet altijd van een leien dakje. De vereniging zocht een oplossing om dat gemakkelijker te regelen en zag in Hackable City of Things een uitgelezen kans. “Er staan in Antwerpen nog verschillende plannen in de steigers om meer groen in de stad door burgers te laten beheren”, zegt Arduïn Cielen van Klimaatrobuust. “We hopen zo voldoende voorbereid aan die uitdijende uitdaging te kunnen beginnen.”
Het prototype bestond uit twee delen. De plantenbakken werden verrijkt met informatiepanelen. Wie zich graag en passant zou inlezen in het verhaal, kon dat zo doen. Via QR-codes op de panelen kon je bovendien naar de website surfen. Daar vond je onder meer extra info om beheerder te worden van een plantenbak of kon je schade aan de bakken of planten melden. Door gerichter te informeren en ook niet-beheerders bij het project te betrekken hoopt Klimaatrobuust Sint-Andries het sociaal draagvlak in de buurt te vergroten. Hoe groter het draagvlak, hoe meer groen in de stad.
Antwerpenize en de veilige fietsstad van morgen
Antwerpenize zet in op een ethische fietsstad. Ze willen zo veel mogelijk mensen op de fiets krijgen. Hoe meer mensen hun stalen ros van stal halen, hoe veiliger het is – en voelt – om te fietsen. Daarom willen ze het probleem van de inhaalafstand aanpakken. Officieel moet een auto een meter afstand houden als hij een fietser voorbijsteekt. Alleen gebeurt dat nog te weinig.
Stijn Wens van Antwerpenize blikt positief terug op zijn ervaringen tijdens Hackable City of Things. “We hebben veel geleerd,” vertelt hij. “Meestal zitten we met drie of vier man die dingen te bespreken. Nu zaten er ineens zeven experten mee aan tafel om mee te denken.”
Tijdens de storyboardingworkshop bleek wel dat een technologische oplossing niet de juiste manier was om het probleem aan te pakken. “Wij geloven dat een campagne meer zoden aan de dijk zal brengen.” Technologische oplossingen hebben te veel weg van een beschermingsmaatregel en net dat wil Antwerpenize vermijden. “Hoe minder beveiligingsmaatregelen je moet gebruiken om door de stad te kunnen fietsen hoe beter,” zegt Stijn. “In veilige fietssteden dragen de mensen bijvoorbeeld weinig helmen en fluovesten.”
Een campagne dus. En hoe zal die er precies uitzien? “Tijdens de verschillende workshops ondervonden we dat mensen moeilijk kunnen inschatten hoe lang een meter is,” zegt Stijn. “Zeker als je in de auto zit, is dat niet evident. Wij willen ons daarop focussen. We gaan tijdens de campagne visuele referenties maken om duidelijk te maken hoe lang een meter is – zoals de hoogte van een vuilbak of tien bollekes De Koninck naast elkaar.”
Monitoren van zonnepanelen
Klimaan is een Mechelse coöperatieve die rond het thema energie werkt. Zij zochten hulp bij het monitoren van de output van zonnepanelen en bij het nudgen van burgers om zonnepanelen te installeren.
Nudging is een motivatietechniek waarbij mensen subtiel worden gestimuleerd om zich op een gewenste wijze te gedragen. Uit de eerste paar workshops bleek dat de oplossing waar Klimaan naar streeft minder goed aansluit bij de technologische expertise van imec. Daarom stapte Klimaan al wat vroeger uit Hackable City of Things.
Knopen doorhakken tijdens het juryevent
Tijdens een juryevent in december 2019 lichtten de drie overgebleven teams (Klankentappers, Trash Talk en Groen in de Stad) hun innovatieve oplossingen toe aan een jury van imec-experten.
Op basis van de voorgestelde oplossingen koos de jury ervoor om de oplossing rond geluidsoverlast (Klankentappers) verder te ondersteunen in 2020. Om dit citizen-scienceproject te kunnen realiseren, faciliteert imec de selectie van de geluidssensoren en het beheren en toegankelijk maken van de geluidsdata voor burgers. Want burgers die samen hun schouders zetten onder een technologisch project om van de stad een betere plaats te maken, dat is smart people op zijn best.
Meer weten over Hackackable City of Things?
De volledige Hackable City of Things-projectinfo vind je hier
Gepubliceerd op:
27 januari 2020