Het Vlaams Departement voor Economie, Wetenschap en Innovatie stelt de komende jaren 30 miljoen euro ter beschikking om Vlaanderen in het koppeloton te brengen voor kunstmatige intelligentie. In zijn actieplan schuift het drie grote lijnen naar voor:
- Strategisch basisonderzoek
- Toepassingen in de industrie
- Flankerend beleid (sensibilisering, training, ethiek…)
Waar automatisering eindigt en kunstmatige intelligentie begint
Het impulsprogramma definieert kunstmatige intelligentie in vier stadia van toenemende complexiteit. Het zijn meteen ook de programmalijnen die het onderzoek de komende jaren zullen sturen:
- Het ondersteunen van beslissingen: hoe kunnen algoritmes helpen om uit een complexe dataset informatie te halen die je als mens niet (of niet zo snel) zou opmerken? Dit is de meest eenvoudige vorm van kunstmatige intelligentie waarbij software de mens kan helpen om een onderbouwde beslissing te nemen. Denk aan het ondersteunen van een diagnose door een arts.
- Zelf beslissingen nemen in de egde: het moment waarop systemen zelf beslissingen nemen in een complexe en veranderende omgeving. Aan een snelheid die niet toelaat om informatie op en neer te sturen in de cloud. Zodat de intelligentie dus in het apparaat zelf (in de edge) moet ontstaan. Bijvoorbeeld in omgevingen waar mensen en machines samenwerken, zoals een logistiek centrum of een industriële productielijn.
- Met elkaar onderhandelen: een stadium waarbij systemen die onafhankelijk van elkaar geprogrammeerd zijn met elkaar in dialoog moeten om tot een gepaste oplossing te komen. Zonder dat er een centrale eenheid is die het hele systeem kan overzien of macht heeft over alle andere apparaten. Bij mensen komt dit goed tot uiting in teamsporten. Bij systemen met kunstmatige intelligentie kan dat bijvoorbeeld in een dialoog tussen (zelfrijdende) wagens, slimme verkeersregelaars etc.
- Naadloze communicatie met mensen: er komen toepassingen waarbij systemen complexe redeneringen moeten voeren met mensen en waarbij ze ook niet-feitelijke contextuele informatie moeten verwerken zoals sociaal gedrag en culturele achtergrond. Een doorgedreven begrip van de omgeving en gebruik van de menselijke taal komen hierbij om de hoek. Denk aan omgevingen waar mens en machine met elkaar moeten samenwerken aan niet voorspelbare taken.
Op elk van deze uitdagingen zullen concrete proof-of-concepts ontwikkeld worden van waaruit kennis en technologie kan overgedragen worden naar het bedrijfsleven. Als inhoudelijke focus werd gekozen voor drie sectoren: industrie 4.0, gezondheid en mobiliteit & logistiek. Al zullen de resultaten ook breder inzetbaar zijn.
Concrete hulp voor bedrijven
Onder leiding van het Vlaams Agentschap Innovatie & Ondernemen (VLAIO) en het Vlaams departement voor Economie, Wetenschap & Innovatie (EWI), zetten de partners in het impulsprogramma rond kunstmatige intelligentie hun schouders onder de vertaling van de kennis en het onderzoek naar concrete meerwaarde voor de (Vlaamse) industrie.
Om dit op een effectieve manier te doen, worden geen nieuwe programma’s opgezet, maar maken ze gebruik van de bestaande instrumenten, waarin ze een verhoogde aandacht creëren voor projecten met een aspect rond kunstmatige intelligentie. Sommige van deze instrumenten zijn generiek en gericht op een hele sector of een groter aantal bedrijven. Andere zijn samenwerkingsverbanden tussen een klein aantal bedrijven, al dan niet met kennisinstellingen. En nog andere laten toe om aan één bedrijf specifieke ondersteuning te bieden of zijn specifiek gericht op spin-offs en startups.
Een kort, maar onvolledig, overzicht van een aantal mogelijkheden:
- Algemene sensibiliseringscampagnes en opleidingen
- Samenwerkingsprojecten met meerdere bedrijven zoals ICON, Collectief O&O en Collectieve Kennisverspreiding (COOCK) etc.
- Gerichte trajecten tussen een bedrijf en een onderwijs of kennisinstelling zoals Onderzoek en Ontwikkelingsprojecten (O&O), Tetra-projecten, Baekelandmandaten…
- Individuele steunmaatregelen zoals Innovatiemandaten, Ontwikkelingsprojecten…
En er is meer
Aanvullend op het technologisch onderzoek, werken imec en de partners in het impulsprogramma rond kunstmatige intelligentie ook nog aan volgende activiteiten:
- De AI-barometer. Dankzij een online vragenlijst wil imec een rapport beschikbaar maken over de adoptie van kunstmatige intelligentie in het Vlaamse (bedrijfs)landschap.
- AI-experience centers. Op verschillende plaatsen in Vlaanderen zullen fysieke hubs ingericht worden waar bedrijven in contact kunnen komen met de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie.
- Denktank voor kunstmatige intelligentie en ethiek. Een groep specialisten uit de academische wereld en het bedrijfsleven zal zich specifiek buigen over de ethische en deontologische aspecten van kunstmatige intelligentie.
- Outreach en opleiding. Er zullen diverse mogelijkheden komen voor basiscursussen en gevorderde opleidingen voor kunstmatige intelligentie. Toegankelijk voor bedrijven, maar ook voor het bredere publiek. Zo werkt imec al samen met de VRT nieuwsdienst, RVO Society en Mediawijs aan een AI-EDUbox, bedoeld om leerlingen de basisprincipes van machine learning bij te brengen.
Meer weten?
-
Wie meer details wil kan terecht op de website van VLAIO, of kan contact opnemen met ai@imec.be. Op termijn zal er een online portal komen om instrumenten en resultaten rond kunstmatige intelligentie te bundelen.
-
AI-barometer: dankzij deze vragenlijst wil imec zicht krijgen op de adoptie van kunstmatige intelligentie in het Vlaamse (bedrijfs)landschap. Deze inzichten delen we uiteraard graag: op het einde van de vragenlijst kun je aangeven om het eindrapport ook zelf te ontvangen. Zo blijf je ook op de hoogte van waar kunstmatige intelligentie vandaag de dag al staat.
Het impulsprogramma rond kunstmatige intelligentie is een samenwerking tussen volgende partners, onder impuls van het Vlaams Departement voor Economie, Wetenschap en Innovatie: Agoria – VOKA – SIRRIS – imec – Flanders Make – VIB – VITO – VIL – VUB – KU Leuven – Universiteit Antwerpen – Universiteit Gent – Uhasselt
Gepubliceerd op:
10 mei 2019