De gevolgen van het coronavirus laten zich op heel wat vlakken ongemeen hard voelen. In de eerste plaats is er natuurlijk de gezondheidscrisis, maar ook op maatschappelijk vlak laat het virus diepe sporen na. En de laatste maanden heeft de coronapandemie nog een ander pijnpunt blootgelegd, namelijk onze totale afhankelijkheid van microchiptechnologie.
Tot voor kort vond iedereen het vanzelfsprekend dat auto’s, smartphones, huishoudtoestellen, enz. worden uitgerust met krachtige microchips. Maar door de gigantische chiptekorten die momenteel zoveel sectoren teisteren, weten we ondertussen beter. Die tekorten wegwerken – en daarbij de basis leggen voor langetermijnoplossingen – wordt ongetwijfeld één van de belangrijkste aandachtspunten voor 2022.
De perfecte storm
Vaak zijn rampscenario’s het gevolg van een onfortuinlijke samenloop van omstandigheden. En dat geldt evenzeer voor de problemen waarmee de halfgeleiderindustrie – en bij uitbreiding de hele wereld – vandaag geconfronteerd wordt.
Het hoeft niet te verbazen dat ook hier de coronapandemie de rol van katalysator heeft gespeeld. Van de ene dag op de andere begon iedereen immers te telewerken – waardoor er een massale nood ontstond aan pc’s, displays, toetsenborden en webcams. En om de monotonie van de avondlijke lockdowns te doorbreken, was er dan ook nog eens een stormloop op allerhande gameconsoles.
In eerste instantie slaagden chipfabrikanten erin om relatief snel te schakelen. Zo werden bestellingen van sectoren die initieel erg te lijden hadden onder de pandemie (zoals de auto-industrie) vervangen door bestellingen van andere, snelgroeiende sectoren. En daar situeert zich vandaag dus een eerste probleem, want mensen kopen ondertussen wél opnieuw massaal auto’s – terwijl de totale chipproductiecapaciteit nog steeds grotendeels wordt ingepalmd door die andere sectoren.
Maar ook de geopolitieke spanningen van de voorbije twee jaar hebben een rol gespeeld. Door die spanningen begonnen bepaalde spelers immers massaal chips op te kopen om een strategische reserve te kunnen aanleggen. Het is de perfecte storm die aan de basis ligt van de chiptekorten waar de wereld nu mee worstelt.
De oplossing: regionale sterktes versterken en verbinden
Die hele situatie heeft natuurlijk pijnlijk duidelijk gemaakt hoe afhankelijk quasi elke (wereld)economie en industrie is van microchiptechnologie. Reacties lieten dan ook niet lang op zich wachten: zowat elk groot economisch blok kondigde in 2021 een Chips Act aan, waarmee ze hun belangen (en de gegarandeerde toegang tot de meest geavanceerde chiptechnologie) willen veiligstellen.
Toch hoeft dat niet de totale versnippering van de halfgeleidermarkt te betekenen. Integendeel zelfs, want globaal genomen is die markt nog steeds sterk geconnecteerd. En dat is maar goed ook, want de spectaculaire vooruitgang die we de voorbije decennia geboekt hebben op het vlak van chipontwikkeling was er nooit gekomen zonder mondiale samenwerking!
Dat is meteen ook de boodschap die ik aan mijn gesprekspartners probeer mee te geven: vermijd protectionisme (wat zal leiden tot enorme vertragingen), en maak werk van het versterken en het verbinden van de verschillende regionale sterktes. Alleen op die manier kunnen we de beschikbare kennis en expertise optimaal gebruiken.
Het langetermijnperspectief: paniek is een slechte raadgever
Net zoals in 2021 zullen we dus ook in 2022 op zoek moeten gaan naar nieuwe evenwichten. En als de coronapandemie ons iets heeft geleerd, dan is het wel dat we daarbij het hoofd koel moeten houden en het langetermijnperspectief niet uit het oog mogen verliezen.
Natuurlijk is die ‘sense of urgency’ ideaal om dingen in beweging te zetten. Wat we echter niet mogen doen, is in die paniek blijven hangen. Paniek is immers een slechte raadgever. In de plaats daarvan kunnen we beter focussen op het bedenken en uitrollen van duurzame oplossingen waarmee we vermijden in de toekomst tegen dezelfde muur op te lopen. Dat is de filosofie achter de Chips Acts; en dat is de oefening waar we in 2022 met zijn allen door moeten.
Hoe houdt Vlaanderen zich staande in deze heksenketel?
Ook voor Vlaanderen is het de laatste maanden duidelijk geworden hoe belangrijk de chipindustrie is. Bovendien zijn we het mooiste bewijs dat ook een kleine regio in dit domein een echte wereldspeler kan zijn. Die positie moeten we de volgende jaren verder versterken, en aanwenden om maximaal een momentum te creëren in die sectoren die een duidelijk raakpunt hebben met de halfgeleiderindustrie.
Vandaar dat er in het nieuwe convenant met de Vlaamse overheid vol wordt ingezet op systeemonderzoek. Zo willen we ervoor zorgen dat onze innovatiekracht maximaal ontplooid wordt, en dat alle sectoren waarin Vlaanderen excelleert daar mee van kunnen profiteren – van het IoT tot het bio-healthdomein. Want ook lokaal geldt het principe: versterk en verbind je sterktes!
Luc Van den hove is voorzitter en CEO van imec sinds 1 juli 2009. Voordien was hij executive vicepresident en chief operating officer van het onderzoekscentrum. Hij trad in dienst bij imec in 1984 en startte er zijn onderzoeksloopbaan in het domein van de silicide- en interconnect-technologieën. Luc Van den hove behaalde zijn doctoraat in elektrotechniek aan de KU Leuven. Hij is auteur of coauteur van meer dan 200 publicaties en bijdragen aan conferenties.
Gepubliceerd op:
3 januari 2022