Het voorbije jaar werd gekenmerkt door een wereldwijde ‘polycrisis’: verschillende negatieve trends (geopolitiek, economisch, monetair en ecologisch) versterkten elkaar, en vormden samen een quasi onontwarbare knoop. Dé vraag voor 2023 is dan ook hoe we uit die negatieve spiraal raken. Kan de wereld misschien iets leren uit hoe de chipindustrie met uitdagingen omgaat? En welke kansen biedt dat voor elk van ons?
Imec CEO Luc Van den hove deelt zijn visie op 2023, een jaar waarin volgens hem meer dan ooit moet worden ingezet op (internationale) samenwerking – met de Chips Acts als blauwdruk.
Samenwerken werkt
Als er iéts is dat de geschiedenis ons leert, dan is het wel dat samenwerken werkt. Het is door de koppen bij elkaar te steken en van elkaar te leren dat de mens erin slaagt om probleem na probleem te overwinnen.
Toeval of (net) niet: samenwerking en internationalisering hebben ook de chipindustrie grootgemaakt. Daardoor kunnen we vandaag genieten van apparaten en diensten die tot voor kort je reinste sciencefiction waren. Denk aan smartphones, tablets en de ontzagwekkende kennis opgeslagen in datacenters, maar ook aan toepassingen die gebruik maken van artificiële intelligentie – zoals de geavanceerde rijhulpsystemen in onze auto’s, of virtuele assistenten zoals Siri en Alexa.
De Chips Acts als blauwdruk
De Chips Acts, die in 2022 uitgebreid in het nieuws kwamen en in 2023 verder vorm zullen krijgen, vormen een uitgelezen kans om op de ingeslagen weg verder te gaan. Ze zouden zelfs als blauwdruk kunnen fungeren, en de internationale gemeenschap inspireren om de talloze andere uitdagingen waarmee we ons geconfronteerd zien aan te pakken.
Ben ik nu té hoopvol? Niet noodzakelijk. Uiteraard kunnen we niet om het feit heen dat (internationale) samenwerking anno 2023 onder druk staat. Aanhoudende geopolitieke strubbelingen zijn daar niet vreemd aan. Ze dwingen alle betrokkenen om het politieke en economische speelveld te herzien, en in te zetten op de eigen sterktes.
“Om écht vooruitgang te boeken, moeten we expertise samenbrengen.”
Het lijkt daarom misschien een contradictio in terminis, maar eigenlijk komt het er nu vooral op aan om, ondanks dat streven naar meer onafhankelijkheid, de blik op het grotere geheel niet te verliezen en te zoeken naar factoren die verbinden. Want laat ons eerlijk zijn: het bereiken van een totale onafhankelijkheid is vandaag niets minder dan een utopie; het is een strategie die niet eens ten goede komt van het algemene belang – want om écht vooruitgang te boeken, moeten we expertise samenbrengen.
Precies op die observaties spelen de Chips Acts in. Enerzijds geven ze elke regio de broodnodige middelen om de eigen sterktes te versterken. Daardoor staan ze niet alleen zelf sterker, maar worden ze ook belangrijker voor andere regio’s. Vooral dat laatste is cruciaal. Om werkelijk succesvol te zijn, zullen de verschillende regionale initiatieven zich immers moeten openstellen en streven naar een intensieve samenwerking. Het heeft geen zin om zomaar te dupliceren wat elders gebeurt. Integendeel: het komt er net op aan voort te bouwen op elkaars expertises en sterktes om het hele ecosysteem naar een hoger niveau te tillen. Een inspirerende case, die volgens mij ook op macroniveau en cross-sectorieel zou kunnen werken.
De manier van samenwerken die door de Chips Acts wordt vooropgesteld, is er sowieso eentje die imec nauw aan het hart ligt. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het high-NA EUV-programma met ASML, dat kadert in de ontwikkeling van de meest geavanceerde chipfabricagemachine ter wereld. Door de expertise van imec en ASML te combineren, en vanaf het prille begin ook de rest van het ecosysteem te betrekken, zullen we erin slagen de technologie sneller bij de chipproducenten te krijgen. En dat laat hen dan weer toe om vlugger werk te maken van de volgende generatie chips – wat uiteindelijk iedereen ten goede komt.
Het geheime recept: onderlinge afhankelijkheden
Het model van de Chips Acts is er dus eentje waarbij onderlinge afhankelijkheden centraal staan. Om te illustreren hoe die afhankelijkheden een boost kunnen geven aan duurzame innovatie, volstaat het om te kijken naar de uitdagingen waar de automobielsector voor staat.
Elektrificatie is één prioriteit. Een andere is de transitie naar intelligente voertuigen met geavanceerde veiligheidsfeatures die steeds meer software en talloze regels code – maar ook meer microchips – bevatten.
“Autoconstructeurs moeten de mogelijkheid krijgen om de roadmaps van de chipindustrie mee te sturen – in functie van hun specifieke noden.”
Elektronica wordt dus – nog meer dan vroeger – het kloppende hart van onze auto’s. Meer zelfs: eigenlijk worden zij slimme, gepersonaliseerde computers op wielen – aangedreven door complexe AI-algoritmes en gekenmerkt door een heel nieuwe rijervaring (inclusief baanbrekende entertainmentopties en unieke features zoals applicaties die de fysieke paraatheid van bestuurder en passagiers continu in de gaten houden).
Autobouwers beseffen dat zij dat niet alleen kunnen. Zij, en hun partners, gaan de zaken volledig anders moeten aanpakken. Processen en manieren van samenwerken die decennialang niet in vraag werden gesteld, moeten herbekeken worden. Zo moeten autoconstructeurs bijvoorbeeld de mogelijkheid krijgen om de roadmaps van de chipindustrie mee te sturen – in functie van hun specifieke noden.
Naar analogie met de Chips Acts moet elk radertje in het automotive ecosysteem dus investeren in zijn eigen sterktes – maar alleen door samen te werken en de sterktes van iedere partner samen te brengen, is een versnelde innovatie mogelijk. Enkel zo zal het ecosysteem erin slagen de wagens op de markt te brengen die consumenten voor ogen hebben.
Dringend gevraagd: talent
Terwijl nieuwe geopolitieke evenwichten gezocht (en gevonden) worden, staan er ons waarschijnlijk nog een paar moeilijke kwartalen te wachten – maar op langere termijn ziet de toekomst er buitengewoon rooskleurig uit. Met name chiptechnologie staat voor een ongekende groei, omdat ze overal in aanwezig is.
Dat houdt echter ook in dat we de vraag naar arbeidskrachten in die sector de volgende jaren enorm zullen zien toenemen. Daarbij zal er een grote nood zijn aan mensen die de brug kunnen slaan tussen chiptechnologie en haar verschillende toepassingen, wat nieuwe kennis en skills vereist. Op het aantrekken en het verder ontwikkelen van dat soort profielen zullen we de volgende maanden en jaren dus vol moeten inzetten.
Maar ik ben er sowieso van overtuigd dat we in 2023 stilaan het licht aan het einde van de tunnel gaan terugvinden. Het is een vooruitzicht dat ik iedereen van harte toewens!
Ook imec is volop op zoek naar mensen die met ons willen meebouwen aan een duurzame toekomst én bovenal persoonlijk willen groeien. Kan je jezelf daarin terugvinden? Werp dan alvast een blik op onze openstaande vacatures.
Luc Van den hove is voorzitter en CEO van imec sinds 1 juli 2009. Voordien was hij executive vicepresident en chief operating officer van het onderzoekscentrum. Hij trad in dienst bij imec in 1984 en startte er zijn onderzoeksloopbaan in het domein van de silicide- en interconnect-technologieën. Luc Van den hove behaalde zijn doctoraat in elektrotechniek aan de KU Leuven. Hij is auteur of coauteur van meer dan 200 publicaties en bijdragen aan conferenties.
Gepubliceerd op:
2 januari 2023