Het coronavirus heeft de voorbije maanden stevig ingehakt op de economie – lokaal én internationaal. Multinationals, kmo’s en start-ups: ze kregen af te rekenen met lockdowns, economische volatiliteit en een grote dosis onzekerheid. Voor vele ondernemers zal 2020 dan ook de geschiedenis ingaan als een absoluut rampjaar.
Maar hoe zit het nu specifiek met de Vlaamse hightech start-ups? Staat het water hen ook aan de lippen? Maken zij überhaupt kans om deze storm te doorstaan? Of is er – ondanks alles – toch nog ruimte voor enige positiviteit?
Om één en ander te kunnen duiden, spraken we met Sven De Cleyn – directeur van het imec.istart-acceleratieprogramma dat eerder dit jaar (opnieuw) werd uitgeroepen tot de beste University Business Accelerator in Europa. Sven begeleidt al bijna tien jaar beloftevolle hightechbedrijven bij hun bestorming van de wereldwijde tech scene, en weet als geen ander wat er bij hen leeft.
Sven, het is duidelijk dat vele bedrijven het dit jaar niet onder de markt hebben en dat ze alles op alles moeten zetten om te kunnen overleven. Wordt de coronapandemie ook een ‘extinction-level event’ voor Vlaamse hightech start-ups?
Sven De Cleyn: “Hightechbedrijven zijn allesbehalve immuun voor wat het coronavirus de voorbije maanden heeft aangericht. Veel hangt echter af van de specifieke markt waarin die bedrijven actief zijn. Zo is – voor sommigen – de coronapandemie zelfs een opportuniteit gebleken. Ik denk bijvoorbeeld aan start-ups die oplossingen aanbieden voor het organiseren van virtuele events. En anderzijds brengen ook bedrijven die actief zijn in minder conjunctuurgevoelige sectoren, zoals de voedingsindustrie, het er vrij goed vanaf. Maar er zijn evengoed legio voorbeelden van hightech start-ups die het momenteel heel erg moeilijk hebben.”
“Eigenlijk kunnen we stellen dat de coronacrisis voor een aantal extremen heeft gezorgd. Laat me dat illustreren met een aantal concrete cijfers afkomstig uit ons eigen acceleratieprogramma. Zo hebben we vastgesteld dat zo’n 30 procent van de imec.istarters momenteel veel sneller groeit dan voor de crisis; we spreken hier over een verdubbeling of zelfs een verdrievoudiging van hun omzet op maandbasis. Ongeveer de helft noteert dan weer weinig of geen impact op hun zakencijfer: als zij aan het groeien waren voor de crisis, dan groeien ze nu ongeveer aan hetzelfde tempo; en als ze stabiel waren, dan zijn ze dat vandaag nog altijd. Maar anderzijds wordt 20 procent van onze start-ups wel degelijk geconfronteerd met bloedrode cijfers en een omzet die soms tot nul is teruggevallen.”
“Sinds het begin van de crisis hebben we nog geen enkel imec.istart-bedrijf over de kop zien gaan. En we verwachten ook niet dat dat de volgende maanden zal gebeuren.”
“Internationaal worden erg gelijkaardige cijfers gerapporteerd: sommigen doen het heel goed, anderen laten een erg zware impact optekenen. We merken uiteraard wel dat start-ups uit niet-digitale sectoren – die afhankelijker zijn van fysieke interactie – meer kans maken om harder getroffen te worden.”
Hypothekeert dat omzetverlies het bestaan van die start-ups op korte termijn?
Sven De Cleyn: “Niet noodzakelijk. Dat is misschien een verrassend antwoord, maar veel hangt af van hun financiële situatie bij de uitbraak van de pandemie: als een bedrijf gezond was voor de crisis, dan maakt het veel kans om hier zonder al te veel kleerscheuren door te komen. En die observatie geldt trouwens niet alleen voor hightechbedrijven.”
“Om opnieuw een concreet voorbeeld te geven: sinds het begin van de crisis hebben we nog geen enkel imec.istart-bedrijf over de kop zien gaan. En we verwachten ook niet dat dat de volgende maanden zal gebeuren.”
Omzetcijfers zijn natuurlijk maar één factor. Bedrijven rekenen ook op (externe) investeerders om hun activiteiten te ondersteunen. Is die bereidheid om te investeren nog steeds aanwezig?
Sven De Cleyn: “Absoluut. Vooral de venture capitalist-fondsen spelen daarin een grote rol. Zij hebben de voorbije jaren heel wat geld opgehaald om te investeren in beloftevolle start-ups en hebben maar een beperkte termijn om effectief iets met dat geld te doen. Dat geld is niet uit de markt verdwenen omwille van de coronacrisis; wel integendeel: venture capitalists blijven gewoon verder investeren in interessante bedrijven waarvan de fundamenten gezond zijn.”
“Ook business angels zijn nog steeds actief, hoewel we daar wél wat meer bedachtzaamheid zien. Zij investeren typisch ook breder, dus bij hen hangt het er veelal vanaf hoe goed of hoe slecht hun andere investeringen het doen. Sommigen zijn inderdaad een beetje voorzichtiger geworden, maar eigenlijk hadden we op dat vlak een grotere terugval verwacht.”
“En vergeet tenslotte de rol niet van de coronalening die door de Vlaamse Regering in het leven werd geroepen. Zij ondersteunt ondernemingen die kunnen aantonen dat ze significante omzetverliezen lijden. Dat is uiteraard geen investeringskapitaal, maar geeft kmo’s en start-ups wel die broodnodige extra buffer.”
Laten we misschien even inzoomen op de hightech start-ups die op het eerste zicht minder te lijden hebben van de huidige crisis. Gebruiken zij het investeringskapitaal dat ze vandaag ophalen voor andere zaken dan pakweg een jaar geleden?
Sven De Cleyn: “Het geld dat hightech start-ups ophalen, wordt typisch gebruikt voor productontwikkeling en -innovatie enerzijds en de vermarkting van hun oplossingen anderzijds. Dat was een jaar geleden zo en is vandaag nog steeds het geval.”
“Ook het ambitieniveau van de meeste starters lijkt niet meteen te lijden onder deze crisis. Wat we wel zien, is dat sommigen nieuwe manieren moeten zoeken om hun doelstellingen te realiseren. Ondernemingen die bijvoorbeeld internationalisatieplannen hadden, moeten het roer omgooien en digitale wegen bewandelen om lokale kanalen te openen, partnerships af te sluiten, akkoorden met distributeurs aan te gaan, enz. Want naar die nieuwe markt afreizen en ter plaatse alles poten zetten, dat zit er natuurlijk even niet in.”
“Daar speelt dan weer de toegevoegde waarde van incubatie- of acceleratieprogramma’s, die start-ups strategisch voorbereiden op een dergelijk traject en hen voortdurend met raad en daad bijstaan.”
En wat met de start-ups die het momenteel wel erg moeilijk hebben? Met welke vragen zitten zij? Hoe kan je hen uit die negatieve spiraal helpen – als dat al überhaupt mogelijk is?
Sven De Cleyn: “Gelukkig zijn ondernemers over het algemeen vrij goed in staat om zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Binnen ons programma hebben we onmiddellijk een traject in het leven geroepen om samen met de getroffen start-ups na te denken over mitigatiescenario’s. Dat traject gaat heel concreet in op vragen zoals: ‘wat moet ik doen als mijn huidige business wegvalt’ – of ‘hoe kan ik mijn technologie inzetten voor toepassingen waarvoor er wel een marktopportuniteit is’?”
“In ons portfolio zit bijvoorbeeld een bedrijf gespecialiseerd in innovatieve eventverlichting. Nu die markt helemaal stilligt, bekijken zij hoe ze met hun bestaande technologie een oplossing kunnen bouwen voor het op afstand ontsmetten – met uv-licht – van ziekenhuismateriaal en winkelkarren. En op dezelfde manier hebben we een aantal start-ups getriggerd om hun b2b-activiteiten te vertalen in een b2c-aanbod.”
“Gelukkig zijn ondernemers over het algemeen vrij goed in staat om zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Maar het is natuurlijk wel zo dat deze situatie geen drie jaar meer mag duren. Want dan gaan er absoluut slachtoffers vallen.”
“Bovendien geven ook de maatregelen van de overheid – zoals de coronalening waarover ik het eerder had, maar ook het betalingsuitstel van leningen bij de banken – extra zuurstof. We zien dat dergelijke initiatieven hun effect niet missen; ze geven ondernemingen gedurende ruimschoots een jaar een extra financiële buffer. Natuurlijk is het wel zo dat deze situatie geen drie jaar meer mag duren, want dan gaan er absoluut slachtoffers vallen.”
De Vlaamse Regering heeft hierin dus duidelijk het voortouw genomen? Of zie je hetzelfde gebeuren in onze buurlanden?
Sven De Cleyn: “Een veelzeggende anekdote: toen de Vlaamse Regering haar steunmaatregelen aankondigde – 250 miljoen euro voor Vlaamse start-ups en kmo’s – kreeg ik onmiddellijk telefoon uit Nederland. Ze vroegen me hoe Vlaanderen dat had aangepakt, want ze wilden in Nederland iets gelijkaardigs uitrollen. Een week later heeft Nederland dan ook een eerste steunpakket van 100 miljoen euro aangekondigd, een bedrag dat ondertussen is opgetrokken tot 250 miljoen euro; met die bedenking natuurlijk dat Nederland toch drie keer groter is dan Vlaanderen...”
“De Vlaamse maatregelen zijn dus zeker niet uniek – het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk hebben soortgelijke initiatieven gelanceerd – maar Vlaanderen was zeker bij de eersten om de noden van kmo’s en start-ups te onderkennen. Dat gaat aan het einde van de rit hopelijk toch een verschil maken.”
Welk advies kan je tenslotte nog geven aan mensen die – ondanks de crisis – een eigen zaak willen starten? Wat doen zij beter wel/niet?
Sven De Cleyn: “Zoals gezegd, is dit een beetje sectorgebonden – maar eigenlijk zou het wel eens het ideale moment kunnen zijn om te starten met je onderneming. En dat geldt zeker voor hightechbedrijven die een tijdje nodig hebben om hun ideeën in een product te gieten. Zij kunnen daarvoor niet alleen aankloppen bij VLAIO, maar nu ook gebruik maken van de economische luwte om dat soort zaken op punt te stellen. Wanneer de markt terug aantrekt, zijn zij dan klaar om er vol tegenaan te gaan. Het lijkt me interessant om daar nu mee te beginnen.”
Bedankt, Sven!
[Dit artikel verscheen eerder op Bloovi.be, lees het hier.]
Heb jij een grensverleggend idee waarmee je Vlaanderen – en de wereld – wil veroveren? Wil je een versnelling hoger schakelen met je tech start-up en kan je een duwtje in de rug gebruiken? Dan is het imec.istart-acceleratieprogramma misschien wel iets voor jou. Drie keer per jaar lanceert imec.istart een oproep voor projectvoorstellen. Meer info over de huidige en toekomstige oproepen vind je hier.
Gepubliceerd op:
5 januari 2021