Kerst, dat is ook bij ons thuis: een kerstboom met lichtjes. Eens de hele wirwar ontrafeld en netjes opgehangen is, steek ik verwachtingsvol de stekker in het stopcontact. En dan... noppes! Na wat willekeurig geflikker geven ze finaal de geest. Uiteraard heb ik geen kasticketje bijgehouden. Er volgt een vruchteloze passage langs de winkel en onbeantwoorde e-mails van de fabrikant. Maar ik geef niet op en weiger om mijn kerstverlichting zomaar toe te voegen aan de groeiende berg elektronisch afval.
Jaarlijks produceren we elk zo’n 20 kilogram e-waste. Denk maar aan smartphones met kapotte batterijen, of laptops die plotsklaps te traag geworden zijn. Slechts de helft van dat afval wordt ingezameld voor verwerking. De rest bevindt zich bij schroothandelaars, wordt geëxporteerd naar ontwikkelingslanden of is zoek geraakt. Waarschijnlijk ligt een aanzienlijk deel van die apparaten ergens werkloos in een schuif.
Onbegrijpelijk, als je bedenkt dat er materialen inzitten die schadelijk zijn voor mens en milieu. Bovendien bevatten ze vaak zeldzame aardmaterialen zoals goud, die nodig zijn voor moderne technologie en die in principe te recycleren zijn. Nieuwe ontginning gebeurt vaak in conflictgebieden.
Terug naar de kerstverlichting: die bestaat uit een adapter en een slinger met led-lampjes. Al snel is duidelijk dat alleen de adapter stuk is. Helaas, de producent verkoopt geen aparte adapters. Dan maar de adapter zelf proberen te herstellen. Jammer genoeg is er geen schroefje te bespeuren en helpt enkel een zaag om het zwarte doosje open te krijgen.
Enkele elektrische componenten blijken doorgebrand. Ik koop dan maar een nieuwe regelbare voeding en na wat knutsel-, plak- en soldeerwerk, lukt het me de lampjes weer tot leven te wekken. Halleluja, de kerstvrede in het huishouden is hersteld.
Maar de hele queeste laat me met vragen achter. Als een bedrijf met sustainability-logo’s mag uitpakken op z’n productverpakking, maar nog geen simpele adapter kan verkopen, dan zijn we ver verwijderd van een duurzame wereld. Het recht op repareren, dat Europa intussen ook wil vastbeitelen in wetgeving, zou daar verandering in kunnen brengen. Twee weken geleden lanceerde Apple het Self Service Repair-programma. Daarmee kan je nu ook in België onderdelen kopen om ze zelf te vervangen. Het is allemaal nog een eind verwijderd van de modulair opgebouwde Fairphone, maar het is toch een stap in de goede richting.
Maar niet iedereen is in staat om zelf aan z’n smartphone of adapter te knutselen. Hoe kunnen we nog een stapje verder gaan? Door naar onszelf te kijken. Als een mens geblesseerd raakt, dan voelen we pijn. Vervolgens reageren we om verdere pijn te vermijden en vaak kunnen onze wonden en breuken zichzelf helen.
Beeld je in dat ook producten zichzelf kunnen herstellen. Het gebarsten scherm van je smartphone repareert zichzelf of de lekke fietsband moet je enkel nog oppompen om verder te rijden. Aan de Vrije Universiteit Brussel en imec werken we aan zelfherstellende robots. Treedt er schade op aan de robot, dan gaat die intelligent reageren om alle functies te herstellen. Onlangs stelden mijn collega-robotici aan Cornell University ook een zelfherstellende lichtsensor voor. Technologisch wordt er dus heel veel mogelijk.
Meer weten over hoe het robotica-onderzoek zich laat inspireren door de mens?
Maar dan rest de vraag: gaan fabrikanten wel zelfherstellende producten willen maken? Een product dat niet verslijt of zichzelf herstelt, kan je immers maar één keer verkopen. Dat wisten ook de vier grote gloeilampenfabrikanten die op kerstavond in 1924 bijeen kwamen. Ze spraken af om de levensduur van hun gloeilampen te halveren. Om hun oude businessmodel te beschermen, richtten ze het Phoebus-kartel op. Daarmee verdienden ze een fortuin - ten koste van de consument en het milieu.
Gelukkig zijn gloeilampen intussen uit het straatbeeld verdreven. Ledlampen zijn duurder, maar hebben een veel langere levensduur en verbruiken maar een fractie van de energie. Signify (het voormalige Philips Lighting) kwam met een 'Light-as-a-Service'-model: het bedrijf blijft eigenaar van de verlichting, zorgt ervoor dat lampen tijdig worden gerepareerd en neemt ze aan het einde van het contract terug. Een bedrijf dat licht verkoopt in plaats van lampen heeft er alle belang bij dat de lampen zo lang mogelijk meegaan.
We moeten dringend afstappen van de gewoonte om dingen die stuk zijn meteen opnieuw aan te schaffen. Zodra genoeg bedrijven hun traditionele verdienmodellen durven inwisselen voor duurzame bedrijfsmodellen, kunnen zelfherstellende producten hun intrede doen. En dan hoef ik mijn kerstlichtjes niet meer zelf te repareren.
Deze column verscheen eerder in De Tijd.

Bram Vanderborght is als professor robotica verbonden aan Brubotics (VUB) en imec. Zijn onderzoek focust onder meer op het gebruik van zachte en zelfhelende actuatoren voor cognitieve en fysieke mens-robotinteractie, en dat in toepassingsdomeinen zoals gezondheid en productie.
Gepubliceerd op:
21 december 2022