Kunnen we met een fysiek internet logistieke processen slimmer organiseren?
PILL (Physical Internet Living Lab) is een Vlaams strategisch basisonderzoeksproject (cSBO) dat drie jaar loopt en geleid wordt door een consortium van imec, VUB en VIL. Het doel van het project is om bestaand onderzoek naar een fysiek internet voor de logistiek en de onderliggende principes daarvan om te zetten naar de praktijk, om zo de basis te leggen voor een algemeen implementatiekader voor het fysieke internet binnen en buiten Europa.
Het resultaat is een blauwdruk voor een Fysiek Internet, ondersteund door een softwarestack die het eerste prototype bevat van een PI-netwerk en -toepassing. Alle opleveringen van PILL zijn openbaar en voor iedereen toegankelijk gemaakt.
In deze video ontdek je hier meer over:
Heb je interesse in de PI-blauwdruk en de softwarestack? Neem dan zeker contact met ons op om een digitale kopie te ontvangen:
Het huidige logistieke landschap wordt gekenmerkt door verschillende uitdagingen die een vlotte transfer van goederen tussen locaties in de weg staan. Zo leiden disrupties in het transportnetwerk, onbetrouwbare planning en een gebrekige transparantie en samenwerking tussen de vele actoren tot een verminderde operationele efficiëntie.
Het Physical Internet (PI/π) biedt een visie op hoe de logistieke sector gereorganiseerd kan worden. Het herdefinieert logistiek als een gedecentraliseerd, universeel verbonden netwerk van knooppunten waartussen goederen vrij en op de meest optimale manier stromen. Deze flow weerspiegelt een aantal principes van het Digitale Internet.
Figuur rechts: in het Physical Internet bewegen goederen vrij tussen knooppunten
"De paradigmaverandering vertegenwoordigd door het Physical Internet houdt in dat de logistiek geherinterpreteerd moet worden als een systeem gelijkaardig aan het Digitale Internet, waar netwerken onderling verbonden zijn door middel van een gemeenschappelijk framework dat het verdelen van transporten en het behandelen van ladingen vergemakkelijkt. Het Physical Internet laat de geleidelijke integratie van huidige gespecialiseerde logistieke netwerken in een universeel onderling verbonden systeem toe." - Montreuil, Meller & Ballot, 2010
In het kader van deze behoefte aan een efficiënter en veerkrachtiger logistiek systeem heeft de Europese Commissie het Europees Technologieplatform inzake Logistiek (ook bekend als ETP Alice) de opdracht gegeven om tegen 2040 een strategische roadmap te ontwikkelen voor het Physical Internet.
Video 1: De ETP Alice-roadmap voor PI
De ETP Alice-roadmap heeft sindsdien al verschillende Europese en regionale onderzoeksinitiatieven en projecten geïnspireerd. De meeste daarvan zijn ofwel gericht op het aantonen van de sociaaleconomische voordelen van synchromodale operaties, ofwel op het onderzoeken van de mogelijkheden van geautomatiseerde scheepvaart en infrastructuur. Dat resulteert in een bij momenten gefragmenteerd landschap van projecten zonder een allesomvattende technologische aanpak voor hoe zo’n onderling verbonden synchromodaal netwerk van assets en stakeholders ontworpen en opgezet zou moeten worden.
PILL probeert deze kloof te overbruggen door een allesomvattend, technisch kader op te zetten waar de individuele use cases in kunnen worden geïntegreerd. Kort samengevat voorziet PILL in een open, gedecentraliseerd kader voor een interoperabel en onderling verbonden logistiek netwerk.
Ons technisch ontwerp of 'PILL blauwdruk' voor een open Physical Internet-netwerk wordt onderbouwd door drie ontwerpprincipes:
Een van de belangrijkste doelstellingen van het Fysieke Internet is het realiseren van transparantie binnen het logistieke netwerk. De daarvoor benodigde fundamentele bouwstenen – nodes (knooppunten), capabilities (mogelijkheden) en movers (verplaatsers) – werden voor het eerst geschetst door Montreuil et al. in hun whitepaper Towards a Physical Internet: Meeting the Global Logistics Sustainability Grand Challenge (2010).
De mogelijkheden die (tot dusver) binnen PILL zijn geïdentificeerd
PILL droeg hier aan bij door (1) deze bouwstenen om te zetten in een standaard voor het delen van logistieke locaties, diensten en capaciteiten op een open netwerk, en (2) de data te consolideren in een virtuele 2D-kaart die het volledige logistieke netwerk vertegenwoordigt: de Netwerk State. Omdat alle deelnemers hierdoor een totaalbeeld van het logistieke netwerk krijgen, zorgt de Netwerk State er op deze manier voor dat nieuwe knooppunten, routes en diensten makkelijker te vinden en te gebruiken zijn.
De belangrijkste voordelen van deze gedeelde Netwerk State zijn:
Afbeelding rechts: Overzicht van een eerste PI Network State
Zodra er een transparante netwerk state is opgezet, kunnen logistieke actoren beginnen met samenwerken op dit logistieke netwerk. Aangezien het Fysieke Internet gebaseerd is op onderling vertrouwen, moet de samenwerking plaatsvinden op een gedecentraliseerd netwerk. Dit PI-netwerk is gebaseerd op deze vier pijlers:
De PI-client uit de blauwdruk is de belangrijkste motor van het gedecentraliseerde logistieke netwerk. Ten eerste fungeert de PI-client als een connector (verbinder) met het logistieke PI netwerk. Als de client geïnstalleerd is, fungeert die als een digitaal middel dat een verbinding maakt met alle andere PI-clients en informatie over de toestand van het netwerk deelt van en naar elke deelnemer.
Ten tweede dient de PI-client als platform voor applicaties en diensten van derden:
Om de essentiële kenmerken van een PI-systeem te ontwerpen en te begrijpen, hebben we een simulatiemodel ontwikkeld. Die tool fungeert als een veilige, risicovrije omgeving voor het experimenteren met en valideren van verschillende onderdelen van het PI-systeem, bijvoorbeeld routeplanning en -boeking en de veerkracht bij storingen.
Onze simulatietool volgt de agent-based modeling methodologie waarbij onafhankelijke entiteiten worden voorgesteld als middelen. Die middelen zijn ontworpen om dynamisch te interageren met hun omgeving met als doel het bereiken van specifieke doelstellingen. In deze context symboliseert een middel een transportmiddel, een logistieke faciliteit of een logistieke operator die gebruik maakt van het logistieke ecosysteem.
Door historische gegevens van onze projectpartners te gebruiken in simulatie-experimenten, konden we de voordelen van de overgang van containerstromen naar een PI-systeem beoordelen. Hierbij werd vooral gekeken naar zaken als emissiereducties en verbeterde reacties op storingen. Bovendien kan het simulatiemodel functioneren als een strategische digital twin van het PI-systeem. Door de realtime status van het netwerk in te voeren, kunnen gebruikers de potentiële impact en efficiëntie van toekomstige containerbewegingen of wijzigingen in de Netwerk State evalueren.
Afbeelding rechts: Agent-based simulatiemodel van een PI-netwerk
Om onze visie op de PI-blauwdruk te valideren werden drie softwarecomponenten ontwikkeld die het eerste functionele prototype van een gedecentraliseerd PI-netwerk vormen:
Na de ontwikkeling en integratie van deze componenten in een proof-of-conceptdemo werd een validatietraject in twee fasen uitgerold om de effectiviteit van de blauwdruk te evalueren op vlak van:
De PI-simulatietool speelde een cruciale rol bij het verifiëren van de functionaliteit en efficiëntie van de belangrijkste onderdelen van de blauwdruk (boeken en routebepaling) op verschillende schalen. Door deze processen op grotere schaal te simuleren, kon de tool waardevolle inzichten bieden in de operationele haalbaarheid en mogelijke knelpunten van het PI-systeem. Dat maakte het ontwikkelen van een schaalbaar systeem mogelijk.
Door middel van simulatiescenario's, waarbij PI vergeleken werd met het “Business as Usual”-scenario, hebben we de verbeteringen gekwantificeerd die het PI-systeem zou kunnen bieden. Door beide scenario's te simuleren en de gegevens te analyseren, konden we duidelijke vergelijkingen maken op het vlak van efficiëntie, kosteneffectiviteit en milieueffecten. Onze simulatie-experimenten toonden aan dat een Fysiek Internet, volgens onze blauwdruk, de logistieke stroom zal optimaliseren op een manier die de uitstoot aanzienlijk vermindert en bedrijfsmiddelen beter inzet. Een gedetailleerd overzicht van onze resultaten kan teruggevonden worden in ons eindrapport (september 2024).
De PI-Client Living Lab bestond uit een praktijktest van twee weken waarin de PI-client en de gedecentraliseerde routeplanner werden getest. Tien deelnemers (expediteurs, transporteurs en terminal operators) die actief zijn op de corridor van het Albertkanaal installeerden voor deze test de PI-client gebruikten de routeplanner om een netwerk state op te zetten. Gedurende de twee weken gebruikten de expediteurs de routeplanner om beschikbare routes op het PI-netwerk te vinden en te boeken.
Deze proeftuintest maakte de allereerste succesvolle boeking voor een container op het Fysieke Internet een realiteit.
Deze proeftuintest maakte de allereerste succesvolle boeking voor een container op het Fysieke Internet een realiteit.
Met de PI-client heeft PILL de haalbaarheid van interoperabiliteit op een gedecentraliseerd netwerk aangetoond. Om het Fysieke Internet op te schalen naar een commerciële toepassing moet de PI-client zich verder ontwikkelen tot een plug-and-play-oplossing die in staat is om alle mogelijke zorgen over het deelnemen aan en samenwerken op een gedecentraliseerd netwerk weg te nemen. De huidige technologie voor het creëren van een decentraal, interoperabel netwerk heeft echter nog steeds te maken met verschillende uitdagingen met betrekking tot schaalbaarheid, zoals vindbaarheid, identificatie en afspraken.
Deze uitdagingen sluiten nauw aan bij bezorgdheden die vandaag al worden onderzocht in het kader van “Data Spaces”, opkomende technologische ecosystemen die zich richten op het delen van gegevens via decentrale netwerken. De overeenkomsten tussen data spaces en het Fysieke Internet bieden mogelijkheden om beide technologieën te combineren en de voordelen van zowel data spaces als het fysieke internet te benutten.
De laatste fase van PILL zal daarom gericht zijn op het opzetten van een derde test die gericht is op het integreren van de PI-client in de architectuur van de data space. Door de aandachtspunten en oplossingen van data spaces samen te brengen in de PI-blauwdruk zal er naar verwachting een logistieke PI-data space ontstaan die verschillende uitdagingen met betrekking tot schaalbaarheid kan oplossen. Die belemmeren momenteel nog de PI-client.
PILL heeft al aanzienlijke vooruitgang geboekt met de ALICE-roadmap en de State of the Art (SOTA) op het PI door:
Door de eerste stappen te zetten in de integratie van het PI in data spaces, heeft PILL een eerste schaalbaar raamwerk en demonstratiemodel van een Fysiek Internet opgezet. Een belangrijke vraag blijft echter nog onbeantwoord.
Data spaces zijn gebaseerd op technologie voor het delen van gegevens. De belangrijkste bezorgdheid in de logistiek is echter het waarborgen van de interoperabiliteit van processen en operaties tussen deelnemers. In veel gevallen is het delen van gegevens slechts een bijproduct van het meer cruciale delen van processen.
Om een echte PI-data space te creëren, moet de scope van data spaces worden uitgebreid naar het delen van processen. Daarom werkt het PILL-team momenteel aan een vervolgproject om een raamwerk te ontwikkelen voor het delen van processen in data spaces.
Voor meer inzicht in het delen van processen, verwijzen we graag naar dit artikel van onderzoeksinstituut TNO.
Als je geïnteresseerd bent in deelname aan een van onze lopende onderzoeken, neem dan contact met ons op