Om het gebruik van elektrische voertuigen verder te stimuleren, zou de beschikbaarheid van vastestofbatterijen (batterijen met een elektrolyt in vaste vorm) wel eens van doorslaggevend belang kunnen zijn. Dankzij de ontwikkeling van vastestofbatterijen zouden elektrische auto’s – op het vlak van rijbereik – in de toekomst immers niet langer moeten onderdoen voor wagens met een interne verbrandingsmotor.
De eerste prototypes van wagens met een dergelijke batterij zullen later dit jaar worden voorgesteld; de commerciële modellen zullen wellicht tegen 2025 klaar zijn. We spraken met professor Philippe Vereecken (imec / KU Leuven / EnergyVille), die toelichting geeft bij de ontwikkeling én het potentieel van dit nieuwe batterijtype.
Een elektrisch voertuig dat het rijbereik van een auto met interne verbrandingsmotor overtreft
De interesse voor elektrische wagens groeit – niet in het minst omdat de autonomie ervan stevig in de lift zit.
Om elektrische auto’s echt te laten doorbreken, zal het rijbereik ervan echter minstens even groot moeten zijn als de autonomie van een wagen met interne verbrandingsmotor. Het geheim? Het gebruik van vastestofbatterijceltechnologie.
Vandaag hebben de beste lithium-ion batterijcellen – met een vloeibaar elektrolyt – een energiedichtheid van iets meer dan 700 Wattuur per liter (Wh/l). Met zo’n batterijcellen heeft een elektrische wagen in theorie een autonomie van ongeveer 500 km. Die technologie botst echter stilaan op zijn limieten: de maximale performantie ervan wordt immers geschat op ongeveer 800 Wh/l (als gevolg van de limitaties van de gebruikte materialen).
Vastestofbatterijen, die een vast (in plaats van een vloeibaar) elektrolyt bevatten, hebben het potentieel om beter te doen. In combinatie met nieuwe ontwikkelingen op het vlak van batterijpakketten en -modules kunnen elektrische wagens zo een veel groter rijbereik halen.
Wat hebben we nodig? Batterijcellen met een energiedichtheid van 1000 Wh/l
Het maximale rijbereik van een elektrische wagen wordt bepaald door de beschikbare energie van de individuele lithium-ion batterijcellen in de batterij; cellen die in serie en parallel geschakeld worden om de hoge stromen en spanningen te kunnen opwekken die nodig zijn voor het aandrijven van de elektrische motor.
Concreet: om een autonomie van 700 km mogelijk te maken, hebben we cellen nodig met een energiedichtheid van 1000 Wh/l (of 500 Wh/kg). Vermits de huidige lithium-ion cellen ‘slechts’ een energiedichtheid hebben van 700 Wh/l (of 230 Wh/kg), moet die densiteit dus drastisch omhoog.
Zoals uitgestippeld in de zogenaamde ‘battery roadmaps’ zullen cellen van 1000 Wh/L naar verwachting beschikbaar zijn tegen 2030 – dankzij de ontwikkeling van vastestof lithium-metaalbatterijen. Maar voor we naar het potentieel van vastestofbatterijen kijken, moeten we zeker ook even blijven stilstaan bij een alternatief scenario om (sneller) een hoge(re) energieopbrengst uit het batterijpakket van een elektrische auto te halen. Dat scenario maakt gebruik van ‘slimme’ batterijcellen.
Een eerste manier om het rijbereik van elektrische wagens te vergroten: het gebruik van ‘slimme’ batterijcellen
Naast de vele individuele cellen in het batterijpakket bevat de batterijmodule van een auto elektronica en sensoren om het batterijgebruik te sturen. Om bijvoorbeeld een lange(re) levensduur te garanderen, zal het batterijbeheersysteem te allen tijde slechts een deel van de energie van de cellen gebruiken – om zo schade aan de elektrodechemie te vermijden.
Met andere woorden: de energie die je kan gebruiken om werkelijk te rijden, is misschien slechts 60-80% van wat je meedraagt aan batterijcellen (afhankelijk van het type wagen).
Met behulp van ‘slimme’ batterijcellen – die over microsensoren beschikken die voortdurend de status van die cellen monitoren – zou het energiebeheer van batterijen echter aanzienlijk verbeterd kunnen worden; met op zijn beurt een positieve impact op het rijbereik van elektrische voertuigen.
Binnen EnergyVille – dat de onderzoeksinstellingen KU Leuven, VITO, imec en UHasselt verenigt in het onderzoek naar duurzame energie en intelligente energiesystemen – wordt momenteel aan dergelijke slimme cellen gewerkt. Een eerste prototype wordt in de loop van de volgende jaren verwacht.
Een stap verder: het potentieel van vastestofbatterijen
De eerste elektrische auto’s voorzien van vastestofbatterijen worden verwacht op de markt te komen ergens in het midden van dit decennium. Toyota, bijvoorbeeld, zal tijdens de Olympische Spelen in Tokio een prototype voorstellen.

De vastestofelektrolyt van imec, een nieuw materiaal voor de volgende generatie lithium-ion batterijen voor elektrische voertuigen (artistieke weergave). Bron: imec.
Toch zal ook deze technologie een evolutie moeten doormaken: de eerste generatie vastestof lithium-ion batterijcellen zal immers geen hogere energiedichtheid hebben dan het equivalent met een vloeibaar elektrolyt, omdat zij gebaseerd zijn op gelijkaardige actieve elektrodematerialen.
Waarom dan überhaupt vastestofbatterijen ontwikkelen, zou je denken? Wel, vastestofbatterijen laten onder meer toe om cellen op een meer compacte manier in het batterijpakket te stapelen – waardoor er simpelweg plaats is voor meer batterijcellen.
Bovendien zijn vastestofbatterijen veiliger. Er is dus minder elektronica nodig voor metingen in de periferie van de batterijmodule. En tenslotte heeft de vastestofbatterij een grotere spanningsmarge doordat het risico op beschadiging van de cel bij laden of ontladen veel lager ligt. Dat laat toe om een groter deel van de celenergie effectief te gaan gebruiken.
Dankzij al die factoren zal de hoeveelheid energie in het batterijpakket van vastestofbatterijen hoger zijn, zelfs als de energiedichtheid van de eerste generatie(s) vastestof lithium-ion batterijcellen gelijk is aan – of zelfs iets lager ligt dan – de energiedichtheid van natte lithium-ion cellen.
De heilige graal: vastestoflithium-metaalbatterijen
Zoals gezegd, zal het louter vervangen van een vloeibaar elektrolyt in een lithium-ionbatterij door een vastestofelektrolyt niet leiden tot een verhoging van de energiedichtheid. Integendeel zelfs: anorganische vastestofelektrolyten in poedervorm nemen meestal meer ruimte in beslag – en wegen meer – dan hun vloeibare variant.
De echte meerwaarde zit hem in het feit dat sommige vastestofelektrolyten ook bij heel hoge spanningen stabiel blijven, in tegenstelling tot de huidige vloeibare elektrolyten. Dat betekent dan weer dat kathodematerialen met een hogere intrinsieke spanning gebruikt kunnen worden – wat voor een hogere celspanning en celenergie zorgt, op voorwaarde dat de lithium-ion opslagcapaciteit dezelfde blijft.
"Om de magische grens van 1000 Wh/l te doorbreken, moeten we specifiek in de richting kijken van vastestoflithium-metaalbatterijcellen waarbij lithium-metaal als anode wordt gebruikt. Anodes van lithium-metaal hebben immers de hoogst mogelijke energiedichtheid."
Het gebruik van lithium-metaal werkte tot nog toe niet, omdat bij het opladen van de batterij naaldjes (of dendrieten) van lithium-metaal gevormd kunnen worden. Deze kunnen binnen in de batterijcel kortsluiting geven, met een spontane en snelle ontlading van de batterijcel tot gevolg – waardoor de cel heel snel opwarmt en de vloeibare elektrolyt mogelijk kan ontbranden. Daarom wordt grafiet gebruikt als anode in de natte lithium-ionbatterij. Dat grafiet een veilige oplossing biedt voor de lithium-ionbatterij werd trouwens ontdekt door Dr. Akira Yoshino, een van de Nobelprijswinnaars voor Scheikunde vorig jaar. Zijn uitvinding was de laatste stap die nodig was voor de commercialisering van lithium-ionbatterijen begin jaren ‘90.

Dr. Akira Yoshino – Nobelprijswinnaar voor Scheikunde 2019. Bron: Wikipedia.
Een andere uitdaging bleek het vinden van vastestofelektrolyten met voldoende hoge ionische geleiding. Die ionische geleiding geeft de snelheid aan waarmee ionen door de elektrolyt bewegen: hoe hoger de ionische geleidbaarheid, hoe sneller een batterij opgeladen kan worden en hoe hoger het vermogen dat de batterij kan leveren. Onder meer op dat vlak heeft imec de afgelopen jaren baanbrekend werk verricht – met de ontwikkeling van een ‘nanocomposiet elektrolyt’.
Nu er verscheidene werkende vastestofelektrolyten gekend zijn, is het onderzoek de laatste vijf jaar verschoven naar de volgende stap in de ontwikkeling van vastestofbatterijen, namelijk de assemblage van cellen en de integratie van alle componenten in een werkende cel; een onderzoeksdomein waarin ook EnergyVille een belangrijke rol speelt. Imec heeft voor deze ontwikkelingen een speciaal dunne-film platform ontwikkeld waar specifiek naar de fasegrenzen gekeken kan worden. Problemen vormen zich immers meestal aan het grensvlak tussen twee materialen. Door het deponeren van nanometer dunne filmen aan deze fasegrenzen kan de weerstand voor ionen en elektronen aanzienlijk verbeterd worden
Met andere woorden: er is nog volop werk aan de winkel, maar het ziet ernaar uit dat vastestofbatterijen ons binnenkort zullen toelaten om vlot en veilig op vakantie te gaan met onze elektrische wagen.
Dit artikel verscheen eerder als Expert Talk op de EnergyVille blog en werd bewerkt door Wim Van Daele van de imec wetenschapsredactie. Daarnaast kun je ook op EOS Wetenschap een artikel lezen over imec's expertise in vastestofbatterijen voor elektrische wagens,.

Prof. Dr. Philippe M. Vereecken behaalde een doctoraat in scheikunde aan de UGent in 1998. Hij deed postdoctoraal onderzoek aan The Johns Hopkins University (Baltimore, VS) en ging vervolgens aan de slag bij IBM Research (Yorktown Heights, New York) als lid van de wetenschappelijke staf.
In 2005 vervoegde Dr. Vereecken de nanomaterialengroep van imec. In 2010 werd hij aangesteld als deeltijds professor aan de faculteit bio-ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. In datzelfde jaar startte hij ook het batterij-onderzoek op bij imec.
Op dit moment is hij wetenschappelijk directeur voor elektrochemische opslag bij imec en naast het batterij-onderzoek ook bezig met elektrochemische waterstofproductie en CO2-reductie.
Gepubliceerd op:
17 februari 2020