Weinig zal de komende jaren zo ingrijpend veranderen als onze mobiliteit. Intelligente verkeerslichten, zelfrijdende auto’s, hulpdiensten, fietsers en voetgangers raken intens geconnecteerd. Het doel daarvan: een veiliger, vlotter en duurzamer verkeer voor iedereen. Vlaanderen ligt in pole position om die beloftes ook echt te gaan waarmaken. Maar eerst de Vlaming overtuigen met straffe diensten. Wakkere ondernemers weten wat te doen.
Verkeersknoop Vlaanderen
De verkeersproblematiek in onze dichtbevolkte Vlaamse regio behoeft weinig introductie. Denk maar aan de aanhoudende stroom fileberichten op het radionieuws, de trieste balans van 310 verkeersslachtoffers per jaar en de impact op onze luchtkwaliteit. De schade is naast menselijk en ecologisch ook aanzienlijk op economisch vlak. Want transport dat langer onderweg is, kost extra tijd en brandstof, en dat wordt doorgerekend in de prijs aan de consument. Voorts komen productie- en planningssystemen van bedrijven almaar meer onder druk te staan, wat slecht is voor de concurrentiepositie. Kortom: de verkeersellende kost onze economie veel tijd en geld.
Dat de problemen zo prangend en alombekend zijn, heeft gelukkig één voordeel: de Vlaamse overheid heeft –meer dan gelijk welke andere regio in Europa - stappen gezet om de toekomst van mobiliteit voor te bereiden. Die toekomst heeft als basisprincipe: geconnecteerd verkeer. Het komt erop neer dat alle weggebruikers, van autobestuurders tot voetgangers, informatie uitwisselen. Dat gebeurt in twee richtingen: je krijgt informatie die jouw verplaatsing vlotter en veiliger maakt, maar tegelijk voeg je door je verplaatsingsgedrag ook zelf informatie toe voor anderen. Waar bevinden de files zich? Wat is een veilige fietsroute?
Ook weginfrastructuur zoals een intelligent verkeerslicht communiceert met de weggebruikers. Zo krijgen ambulances onderweg naar een noodgeval automatisch groen en worden verkeersstromen op een kruispunt optimaler geregeld, met langer groen voor actieve weggebruikers in de stad, of meer groen voor trucks in de buurt van industriezones. Het hogere doel van al die connecties: gevaarlijke situaties vermijden, en weggebruikers vlotter en duurzamer op hun bestemming krijgen.
Stekkerdoos voor mobiliteitsdata
Om de nodige connecties tot stand te kunnen brengen, heb je een digitale verkeerswisselaar nodig waarlangs je data privacyvriendelijk en realtime kan delen. Veel van die data is echter enkel toegankelijk voor overheden. Denk maar aan intelligente verkeerslichten of dynamische borden, of informatie over hulpdiensten en de noodgevallen waar ze naar onderweg zijn. En daarom is het zo cruciaal dat de Vlaamse overheid zelf een voortrekkersrol speelt in het ontwerp van ‘Mobilidata’, een stekkerdoos voor mobiliteitsdata.
Maar met een stekkerdoos alleen is het verkeer nog niet veiliger of vlotter. Daar zijn navigatie-apps, autobouwers en andere dienstverleners voor nodig. Hoe het in z’n werk gaat: marktspelers en ontwikkelaars van verkeerstech pluggen hun producten in de datastekkerdoos in, en verbeteren zo hun diensten en producten. Een autofabrikant geeft via de navigatie in de boordcomputer z’n bestuurders accuratere en gepersonaliseerde waarschuwingen voor die vertrekken, past onderweg het snelheidsadvies aan op basis van wegenwerken en helpt een geschikte parkeerplaats zoeken aan de stadsrand.
En vlotte mobiliteit is uiteraard niet enkel een zaak van auto’s alleen. Daarom focust Mobilidata ook op technologie die duurzame en veilige verplaatsingen kan ondersteunen voor actieve weggebruikers, zoals veilige fietsenstallingen voor pendelaars, mobiele rateltikkers voor blinden en slechtzienden of prioriteit voor overstekende schoolgroepen. Het is hét grote voordeel van zo’n publiek-private samenwerking: de overheid faciliteert, biedt de juist randvoorwaarden en publieke dienstverlening. Op die solide basis kunnen marktspelers verder bouwen met hun innovatie, creativiteit en marktkennis. Het grote aantal concrete verkeersoplossingen maakt van Mobilidata nu al het meest vooruitstrevende mobiliteitsproject in Europa. Daar mogen we net zo fier op zijn als op onze chip- en biotechnologie, onze kunststeden of onze veldrijders.
Vlaanderen pioniert. En de Vlaming?
Het huwelijk tussen Mobilidata en verkeerstech vormt een belangrijke pijler van een veiliger en vlotter verkeer. Maar er is een achilleshiel: de eindgebruiker moet ervan overtuigd raken om die technologie te gaan gebruiken. Hij moet de meerwaarde zien, vertrouwen hebben in de technologie en bereid zijn om persoonlijke mobiliteitsdata te delen.
De resultaten van de imec.mobiliteitsmeter (2023) stemmen me hoopvol: 65 procent van de 2.000 ondervraagden vindt dat technologie in het verkeer hun leven vandaag al gemakkelijker en meer comfortabel maakt, en 32 procent zou graag nog meer ondersteund worden tijdens verplaatsingen. Ook 2 op 3 ondervraagde fietsers hebben interesse in realtime informatie onderweg, iets wat vandaag nog niet bestaat. En met het draagvlak voor verkeersveiligheid blijkt het ook snor te zitten: ruim drie kwart van de ondervraagde autobestuurders is bereid om langer te wachten aan een kruispunt om conflicten met fietsers of voetgangers te vermijden.
Maar de eigen mobiliteitsdata delen om dat geconnecteerd verkeer mogelijk te maken, blijkt een drempel: slechts 16,4 procent is zomaar bereid om dat te doen. En ook betalen voor een verkeersapp blijkt vandaag nog een brug te ver voor 7 op de 10 ondervraagden. Op het eerste zicht lijkt dat laatste slecht nieuws. Maar je bekijkt die resultaten best in de huidige context, waar verkeerstech nog in z’n kinderschoenen staat en gebruikers zich nog niet bewust zijn van de mogelijkheden en toepassingen. Vergelijk het met de opkomst van streamingdiensten als Netflix. Een aantal jaar geleden dachten we niet dat we die diensten zouden willen – laat staan dat we er maandelijks voor zouden betalen. Maar wat blijkt? Het is exact wat we nodig hadden. Op dezelfde manier kunnen gepersonaliseerde verkeersmeldingen datgene zijn wat we altijd al gewild hebben, zonder het zelf te beseffen.
Inventieve verkeerstech-ondernemers zien dit ongetwijfeld als een uitnodiging om overtuigende diensten te ontwikkelen. Ook hier ben ik hoopvol: het is dé forte van onze Vlaamse bedrijven en kmo’s. En de meerwaarde is ook duidelijk aanwezig: vaker groen hebben bij verkeerslichten bijvoorbeeld, is een kostbaar voordeel. Minder wachten, minder stress, minder vervuiling en meer veiligheid voor iedereen. Door in korte design-sprints met testpubliek te werken, de dienstverlening te finetunen op basis van feedback en breed te communiceren over de mogelijkheden, gaat de brede interesse in deze mobiliteitstech snel groeien.
Wie kan helpen om verkeersongevallen, fileleed en fijn stof te verminderen verdient in het dichtgeslibde Vlaanderen een standbeeld, of op z’n minst toch z’n boterham.
Dit artikel verscheen eerder als column in Bloovi.
Anne-Marie beheert het Mobilidata-programma bij imec. Ze werkt daarvoor rechtstreeks samen met de Vlaamse overheid. Anne-Marie is ook verantwoordelijk voor het aansturen van een programma en team van experten mobiliteit & logistiek binnen imec. Ze beschikt over 20 jaar ervaring in leidinggevende en managementfuncties, zowel in overheidsinstellingen als in technologiebedrijven en start-ups. Zij was in haar loopbaan betrokken bij productbeheer, marketing, projectbeheer en consulting. Zij heeft succesvolle teams samengesteld in Europa en de VS, onder andere bij IBM, de Haven van Antwerpen en NGDATA.
Gepubliceerd op:
8 juni 2023