Wie is de boosdoener?
De relatie tussen luchtkwaliteit en onze gezondheid is complexe materie. Zo leer ik uit de medische literatuur dat fijn stof niet alleen astma kan verergeren, maar het zo goed als zeker ook kan veroorzaken. De kleine deeltjes zouden de luchtwegen beschadigen en vervolgens kleine infecties opwekken die op hun beurt weer voor overgevoeligheid zorgen. Diezelfde paper beschrijft echter dat de harde bewijslast over welke nu exact de vervuilende boosdoeners zijn niet altijd even sterk is.
Maar dat vervuilde lucht een negatief effect heeft op onze gezondheid, valt niet te betwisten. Volgens schattingen van het Europees Milieuagentschap (EEA) overlijden in Europa jaarlijks meer dan 400 000 mensen vroegtijdig door fijnstof.
Niet onterecht is er veel aandacht ontstaan voor het gemotoriseerd verkeer als een van de oorzaken van luchtvervuiling. Denk aan het CurieuzeNeuzen project waarin burgers dankzij twintigduizend meetpunten de luchtkwaliteit over heel Vlaanderen in kaart brengen. Geen alleenstaand initiatief. Voor het Antwerpse City of Things project zijn auto’s van bpost uitgerust met sensoren die de luchtkwaliteit meten. En ook in Gent komt de data van de vijf permanente meetstations herhaaldelijk van pas in de berichtgeving over het circulatieplan. Op wereldschaal is de World Air Quality Index (aqicn.org) misschien wel het meest verspreide bottom-up netwerk met meer dan tienduizend meetpunten in een duizendtal grote steden. Geen verrassing ook dat een heel aantal apps real-time inzicht geven in de luchtkwaliteit op de plek waar je je bevindt (of dat in elk geval laten uitschijnen).
Meten is een, handelen is twee
Luchtkwaliteit meten is met andere woorden in steeds mindere mate een probleem. Maar wat doen we met de opgedane kennis? Nog al te vaak merk ik een houding en reactie die niet noodzakelijk in lijn is met wat je eigenlijk zou willen. Is de lucht nog ok voor de een, dan kan een ander er al onaanvaardbare last van ondervinden. Denk aan astmapatiënten of mensen met een longaandoening. Ook omgekeerd: moeten we bij de minste overschrijding de hele bevolking alarmeren? Of kunnen we ook hier genuanceerder zijn in tijd en ruimte? Terug naar de krantenkop: wat moet een gemotiveerde fietser met deze boodschap? Een app installeren en omrijden? Bij de Nederlandse ontwerper Daan Roosegaarde een prototype kopen van zijn smogfiets die vervuilde lucht zuivert? Of zullen we – zoals het desbetreffende artikel ook zelf suggereert – de gegevens koppelen aan andere gegevens om zones met veel fietsers én een hoge luchtvervuiling autovrij te maken? Het correleren van gegevens lijkt me een essentiële volgende stap om echt relevante aanbevelingen en toepassingen te ontwikkelen. Denk ook aan persoonlijke gezondheidsinformatie waardoor we bijvoorbeeld apps kunnen creëren die voor elke persoon een aangepast advies geven.
Terug naar de krantenkop: wat moet een gemotiveerde fietser met deze boodschap? Een app installeren en omrijden? Bij de Nederlandse ontwerper Daan Roosegaarde een prototype kopen van zijn smogfiets die vervuilde lucht zuivert?
Op tijd het venster open
En laat ons ook de luchtkwaliteit binnen niet vergeten. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben bijna een op drie gebouwen een slechte luchtkwaliteit. En studies wijzen op de gevolgen hiervan. In gebouwen waarin de luchtkwaliteit tot het extreme geoptimaliseerd is, vertonen mensen tot drieënveertig procent hogere scores bij het uitvoeren van cognitieve taken en reageren ze zelfs drieënzeventig procent beter op crisissituaties.
Hoeveel onder ons komen met hoofdpijn van kantoor omdat ze te lang in een niet optimale ruimte hebben gezeten? En hoe vaak liggen we zelf mee aan de oorzaak? Zelf betrap ik me er in elk geval regelmatig op dat ik zit te vergaderen in een ruimte die eigenlijk maar voor de helft van het aantal personen is ingericht. De klimaatcontrole krijgt de lucht niet meer ververst en op het moment dat we een venster openzetten – omdat we de eerste symptomen zoals hoofdpijn voelen – is het kwaad eigenlijk al geschied. In zogenaamde living labs, ook bij imec, gebeurt daarom uitvoerig onderzoek in levensechte omgevingen om te weten te komen welke de oplossingen zijn die mensen ook écht gaan gebruiken.
Want fietsers gaan niet omrijden, auto’s gaan sluipwegen blijven opzoeken en we mogen nog zoveel technologie en appjes hebben die ons het leven eenvoudiger maken: tot nu toe zijn ze er nog niet in geslaagd om onze hectische levensstijl achterwege te laten. Ik kijk uit naar het moment waarop we genuanceerd luchtkwaliteit kunnen relateren aan een hele boel andere data en er vervolgens kwalitatieve en persoonlijke voorspellingen uit kunnen halen. Die dag stuur ik mijn kinderen met een gerust gevoel met de fiets naar school, terwijl de astmapatiënt die naast me woont de auto neemt.
Chris Van Hoof leidt imec’s Connected Health Solutions R&D op drie verschillende imec sites (Eindhoven, Leuven en Gent). Imec’s Connected Health Solutions teams maken oplossingen voor het monitoren van patiënten met chronische aandoeningen en voor preventieve geneeskunde met behulp van virtuele coaches. Chris heeft wearable health binnen imec van fundamenteel onderzoek naar een volwaardige businesslijn gebracht, met internationale klanten en partners. Chris wil producten ontwikkelen die écht werken en die relevant zijn voor de industrie en dit leidde reeds tot de oprichting van vijf imec start-ups (4 in het domein van gezondheid).
Chris behaalde zijn PhD aan de KU Leuven in 1992, in samenwerking met imec, Chris bekleedde verschillende functies als manager en directeur, in verschillende onderzoeksdomeinen (sensoren, beeldsensoren, 3D-integratie, MEMS, energie-oogsters, netwerken van lichaamssensoren, biomedische elektronica, draagbare gezondheidssensoren). Hij publiceerde reeds meer dan 600 papers in journals en conferentie-proceedings en gaf al meer dan 100 invited lezingen. Hij is eveneens professor aan de KU Leuven.
Gepubliceerd op:
1 oktober 2018