Dit artikel is eerder verschenen in Artsenkrant.
Poëtisch worden de ogen wel eens omschreven als de spiegels van de ziel. Medisch openen ze meer vensters: die naar de hersenen en zelfs het hart. De achterwand van onze ogen is bekleed met de retina of het netvlies, een flinterdun laagje lichtgevoelige cellen, dat een beeld naar de hersenen stuurt voor interpretatie. Meer en meer wetenschappelijke studies tonen nu dat een blik op de retina ons veel kan leren over hersenaandoeningen en zelfs hart- en vaatziekten.
Hart- en vaatziekten zijn de nummer-één doodsoorzaak in de wereld, maar vroege detectie en een aangepaste levensstijl kunnen heel wat overlijdens vermijden. Een eerstelijnsonderzoek om het risico op die ziektes in te schatten gebeurt in het dokterskabinet op basis van klinische parameters zoals hartslag en bloeddruk, gecombineerd met informatie over de (ongezonde gewoonten van de) patiënt. In een later stadium gebeurt diagnose op basis van beeldvorming van het hart. Het lijkt voor de hand liggend om naar het hart te kijken, maar wat als we ook naar de ogen zouden kijken? Volgens een grootschalige studie in het gerenommeerde medisch tijdschrift The Lancet zijn je kijkers de beste bron van informatie. Blijkt zelfs dat je het risico op cardiovasculaire problemen accurater kan inschatten op basis van retinafoto’s dan op basis van CT-scans. Niet alleen het hart, maar ook de hersenen geven hun geheimen prijs in de retina. Zo zou je er de bèta-amyloïd plaques die karakteristiek zijn voor de Ziekte van Alzheimer kunnen terugvinden. Snelle detectie van deze proteïneklompen zijn misschien een manier om dementie op te sporen in een vroeg stadium?
Voor je je arts vraagt om eens diep in je ogen te kijken, moeten we evenwel wat technologische kanttekeningen maken. De clues voor hart- of hersenziektes zitten verborgen in de kleine vaatjes, in microbloedingen, in mini-proteïnen, in cellen,… en die kan je niet met het blote oog waarnemen. We willen dus een camera die kan inzoomen op de cellen die in de kleinste bloedvaatjes vloeien. Maar zelfs hoge-resolutie camera’s hebben moeite om in de diepe duisternis achter de pupil te turen. Het is immers niet alleen een kwestie van meer pixels, maar ook van lenscorrecties. Het oog is gevuld met een vloeistof en, net zoals je een telescoop moet corrigeren voor de atmosfeer als je kijkt naar een ver sterrenstelsel, moet je ook hier rekening houden met vervormingen van het beeld. Verschillende bedrijven en onderzoeksinstellingen, zoals Tesseract, onderzoeken de mogelijkheden om zo’n camera in de medische praktijk te brengen. Er is het voorbije decennium enorm geïnvesteerd geweest in camera-technologie omdat wij als consument onze smartphone gebruiken voor mooie foto’s in moeilijke omstandigheden. Die spitstechnologie kan ook ingezet worden om nu camera’s te ontwikkelen specifiek voor het opmeten van de retina.
Goed, je hebt die supercamera, maar wat dan? De retina heeft al haar geheimen nog niet prijsgegeven en we weten niet precies naar welke aanwijzingen voor welke ziektebeelden we op zoek zijn. Dit is typisch een geval waar de technologische vooruitgang hand in hand zal gaan met de medische vooruitgang. Betere camera’s zullen een beter beeld schetsen van de retina en al haar verborgen informatie. Hoe meer informatie we hebben, hoe beter we dan de volgende generatie camera’s zullen maken.
Daarom denk ik ook dat de ideale retina-camera meer moet kunnen zien dan enkel anatomie. Aanvullende technieken zullen helpen bij (complexe) diagnoses. Je kan een plaque misschien wel spotten, maar het is interessanter om ze ook te identificeren als een amyloïd plaque uit de Ziekte van Alzheimer. Dat zou bijvoorbeeld kunnen met spectroscopie. 3D beelden kunnen dan weer een gedetailleerd dieptezicht op de bloedvatenstructuur achter het oog bieden. Omdat de retina een extensie van onze hersenen is, is het niet vergezocht dat we tekens van neurodegeneratieve ziektes, zoals veranderingen in de vaatarchitectuur, daar ook terug zullen vinden. Een techniek genaamd optische coherentietomografie maakt nu al 3D-beelden voor oogaandoeningen.
Retina-camera’s zouden ons zelfs kunnen toelaten om een snel hersenonderzoek bij de huisarts te laten doen. We zouden een accuraat beeld van de fitheid van onze bloedvaten kunnen maken. Risico’s op hart- en vaatziektes, op Alzheimer, op dementie kunnen in een oogopslag berekend worden. Een retina-camera die even gangbaar wordt als een stethoscoop. Of je jaarlijkse check-up van je cholesterol die aangevuld wordt met een jaarlijkse foto van je retina. Door die gegevens jaarlijks te vergelijken en samen te brengen met andere medische informatie zou de arts een heel accuraat zicht kunnen krijgen op de gezondheid van jouw hart, bloedvaten en hersenen.
En nog veel meer, maar dat zullen we nog ontdekken eens we de supercamera’s hebben.
Peter Peumans behaalde een doctoraat als elektrisch ingenieur aan Princeton University, en een bachelor- en masterdiploma aan de Katholieke Universiteit Leuven. Voor hij bij imec in dienst trad, was Peter Peumans professor Electrical Engineering aan de Stanford University. Hij ontving een NSF CAREER award en een Belgian-American Educational Foundation honorary fellowship. Hij is momenteel verantwoordelijk voor imec's strategie in gezondheid.
Gepubliceerd op:
9 augustus 2022