Zelfs je lokale supermarkt volgt en analyseert wat je koopt
Toen Tim Berners-Lee in 1989 het world wide web (www) uitvond, had hij in de eerste plaats een open platform voor ogen. Sindsdien is het web echter geëvolueerd naar een systeem waarin een handvol internetreuzen de plak zwaaien. Wat hen zo machtig maakt, is de ongelooflijke hoeveelheid gegevens die ze over ieder van ons hebben verzameld. Hun hele bedrijfsmodel is erop gebaseerd: hoe meer gegevens ze verzamelen, hoe winstgevender ze worden.
Het voorbije decennium zijn die ‘big data’ een drijvende kracht achter onze economie geworden. Het zijn dan ook niet enkel de typische internetbedrijven die van het verzamelen en gebruiken van onze gegevens hun kernactiviteit gemaakt hebben. Zelfs je lokale supermarkt volgt en analyseert wat je koopt – hetzij om je gepersonaliseerde reclame te bezorgen, of om hun aanbod te optimaliseren.
In de nasleep van een reeks data-inbreuken zijn consumenten zich echter zorgen gaan maken over wat er precies met hun gegevens gebeurt. In Europa werd die bezorgdheid ondertussen vertaald in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR/AVG), waardoor het voor bedrijven moeilijker (en duurder) wordt om gegevens van Europese burgers te verzamelen.
Maar ook vanuit zakelijk, concurrentieel oogpunt worden er steeds meer vragen gesteld. Het huidige bedrijfsmodel brengt immers niet alleen een aantal juridische risico's met zich mee; het remt eveneens innovatie af. Zo hebben bedrijven die al aan de kop van het big data peloton meedraaien weinig te winnen bij verdere innovatie. En anderzijds is het voor nieuwkomers – zelfs voor concurrenten met een potentieel aantrekkelijk(er) aanbod – erg moeilijk om hun plaatsje te veroveren, simpelweg omdat ieders data reeds opgesloten zitten in de bestaande platformen.
Tijd voor decentralisatie!
“Het web is een motor van ongelijkheid en verdeeldheid geworden – beheerst door machtige partijen die het gebruiken voor hun eigen doeleinden,” aldus Berners-Lee.
En dat is dus niet langer het open web dat hij oorspronkelijk in gedachten had. Daarom werken Berners-Lee en een groep toonaangevende internationale onderzoekers achter de schermen aan een alternatief, gedecentraliseerd web. De open-source projecten Solid en Inrupt zijn voorbeelden van dergelijke gedecentraliseerde web-initiatieven.
In zo’n gedecentraliseerd web worden onze gegevens opgeslagen in ‘data pods’ die we zelf kiezen en controleren. Ieder van ons zou over verschillende data pods kunnen beschikken – bijvoorbeeld eentje met persoonlijke gegevens, eentje voor werkgerelateerde informatie, eentje voor officiële documenten, enz. Van daaruit kunnen we dan kiezen welke data pod we beschikbaar willen stellen voor welke toepassing.
Een belangrijk verschil met het huidige web is dat die toepassingen wel toegang hebben tot onze gegevens, maar dat er geen kopieën van worden gemaakt. Op die manier blijven we altijd de baas over onze eigen gegevens – en bepalen we zelf waarvoor, en op welke manier, die gegevens worden gebruikt.
Zakendoen in het gedecentraliseerde web: terug naar de basis
Een verschuiving naar een gedecentraliseerd web zal de huidige bedrijfsmodellen – waarin gebruikersdata centraal staan – op hun kop zetten. Dataopslag enerzijds en applicaties anderzijds worden immers twee onafhankelijke markten. Zo kan iemand bijvoorbeeld gebruik maken van het sociale mediaplatform dat door het ene bedrijf werd ontwikkeld, maar zijn of haar gegevens bij een ander bedrijf opslaan.
Ook de relatie tussen verschillende datagestuurde applicaties zal veranderen, en zal eerder gebaseerd zijn op samenwerking dan op concurrentie. Omdat ze niet langer eigenaar zijn van de data waarop ze draaien, zullen applicaties elkaars data moeten kunnen lezen. Zo worden sociale mediaplatformen (om maar één voorbeeld te geven) louter kanalen om met beschikbare data te kunnen interageren.
In zo’n model zal innovatie niet afgeremd, maar net gestimuleerd worden. In hun strijd om gebruikers aan te trekken, worden bedrijven immers gedwongen voortdurend de beste service aan te bieden. Zo blijven populaire applicaties gemotiveerd om hun aanbod verder te optimaliseren, terwijl nieuwkomers een eerlijke kans krijgen om door te breken.
Uiteraard zal dit ook gevolgen hebben voor de manier waarop applicaties inkomsten genereren. Waarschijnlijk zullen we moeten gaan betalen voor diensten die nu typisch ‘gratis’ worden aangeboden (in ruil voor persoonlijke gegevens). Maar misschien krijgen we in de toekomst wel de mogelijkheid om zelf een model te kiezen – waarbij we ofwel onze gegevens ter beschikking stellen, ofwel een maandelijkse vergoeding betalen?
Hoe dan ook, in het gedecentraliseerde web zal het verzamelen en analyseren van gegevens interessante inzichten blijven opleveren; misschien nog wel meer dan nu het geval is. Als consumenten de controle hebben over al hun gegevens, kunnen ze bijvoorbeeld besluiten om hun aankoopgeschiedenis in de ene supermarkt te delen met een andere supermarkt (in ruil voor gepersonaliseerde kortingen). Zo gaat er een hele nieuwe wereld open voor bedrijven die hun dienstverlening willen optimaliseren.
Met andere woorden: het gedecentraliseerde web is geen excuus om het zakendoen te bemoeilijken. Integendeel: het is een kans om te innoveren.
Het is natuurlijk wel zo dat een gedecentraliseerd web – vanuit technologisch oogpunt – een stuk complexer is dan het huidige, gecentraliseerde web. En een aantal technische uitdagingen moeten absoluut nog worden aangepakt. Maar dit is slechts een overgangsperiode. Verschillende bedrijven zijn al bezig met het verkennen van alternatieve bedrijfsmodellen en hebben alvast proefprojecten opgezet om zich voor te bereiden op de komst van een gedecentraliseerd web.
Rest de vraag: is er iets wat jij en ik kunnen doen om ervoor te zorgen dat dit idee inderdaad werkelijkheid wordt? Het antwoord is: absoluut! Een gedecentraliseerd web mag immers niet alleen het project zijn van enkele enthousiaste technofielen, maar moet vooral groeien vanuit concrete maatschappelijke en industriële behoeften. Het idee van een private data pod, bijvoorbeeld, zou perfect kunnen aansluiten bij de noden van sectoren zoals financiën, de rechtspraktijk en gezondheidszorg; sectoren die veel nadruk leggen op veiligheid en transparante toegang tot informatie. Voor hen is de creatie van een gedecentraliseerd web alleszins een stap in de juiste richting.
En uiteindelijk zal een gedecentraliseerd web ons allemaal helpen om vlotter om te gaan met het toenemende aantal partijen die toegang vragen tot onze persoonlijke gegevens...
Het is dus duidelijk dat er veranderingen op komst zijn – niet in het minst omdat consumenten de controle over hun gegevens willen behouden. En die controle ligt opnieuw voor het grijpen dankzij ... het gedecentraliseerde web.
Jo behaalde zijn ingenieursdiploma in 1986 en zijn doctoraat in 1991 (KU Leuven). Hij werkt voor imec sinds 1991 – en leidde er als onderzoeker onder meer de integratie van nieuwe materialen op apparaatniveau.
In 2003 werd Jo vicepresident voor imecs Microsystems divisie. Daarna kwam hij achtereenvolgens aan het hoofd te staan van imec Nederland en de Smart Systems & Energy Technology unit. In 2011 werd hij Chief Technology Officer en in 2018 Chief Strategy Officer.
Jo is parttime hoogleraar aan de afdeling Engineering van de KU Leuven en bekleedde een gasthoogleraarschap aan de TU Delft (2003-2016). Hij is lid van de Raad van Bestuur van imec.
Gepubliceerd op:
14 januari 2020