Je zal maar een optimist zijn anno 2023. Geopolitieke spanningen, wispelturige markten en de klimaatontwrichting vormen een kluwen van elkaar versterkende wereldproblemen. Behalve de uitdagingen worden ook de oplossingen complexer, en stuk voor stuk vergen ze disruptieve innovaties in chiptechnologie. Slagen we erin om de krachten daarvoor te bundelen, net zoals we dat ooit deden voor de maanmissie, dan is er veel reden tot optimisme over onze toekomst.
Wie net als ik de sixties meegemaakt heeft, zal het beamen: het was een periode die bulkte van het vooruitgangsoptimisme, met het manopdemaan-project als absoluut orgelpunt. Niet toevallig was het ook in die periode dat Gordon Moore, de recent overleden medeoprichter van Intel, zijn voorspelling uitsprak dat het aantal componenten op hetzelfde chipoppervlak ieder jaar zou verdubbelen. Die ‘Wet van Moore’ vormt tot vandaag het leitmotiv voor technologische innovatie.
De maanlanding was het gevolg van jaren aan missiegedreven innovatie. Het bleek een kwestie van focus: grote financiële middelen, de eerste chips, heel erg veel onderzoek, alles werd in de strijd gegooid. En, misschien wel het voornaamste: dat gebeurde allemaal met een nooit vertoonde samenwerking over alle sectoren heen, publiek en privaat. Concurrenten uit verschillende sectoren werkten samen voor dit grote project. En het geheel bleek meer dan de som van de delen: er kwam een carrousel van innovaties en oplossingen op gang, met toepassingen ver buiten de ruimtevaart zoals krachtige computerchips, of protheses, en zelfs dakisolatie en babypoeder.
54 jaar nadat Neil Armstrong z’n iconische voetafdruk achterliet op het maanoppervlak, is de wereld toe aan opnieuw zo’n innovatiesprint. De uitdagingen waar we mee geconfronteerd worden zijn aanzienlijk: een verouderende populatie met meer zorgnoden, diverse pandemieën, voedsel- en watertekorten en een urgente klimaatcrisis. De oplossingen vergen kruisbestuivingen tussen wetenschap, industrie en overheid.
Voor de chipindustrie is die manier van werken niet nieuw: om de wet van Moore te blijven volgen, waren de voorbije decennia aanhoudend innovaties nodig om opduikende technische obstakels te overwinnen. Al heel vroeg was het besef aanwezig dat geen enkele van de klassieke onderzoeksdisciplines en geen enkele chipfabrikant de klus alleen zou kunnen klaren. De sector was van in het prille begin aangewezen op intense samenwerking, met heldere afspraken voor het intellectueel eigendomsrecht, om te beletten dat IP de innovatie zou afremmen. Een soortgelijke methodiek zou ook een stroomversnelling kunnen veroorzaken in andere sectoren zoals de gezondheidswereld en de automobielsector waar nieuwe, op maat gemaakte, disruptieve chiptechnologieën moeten leiden tot de innovaties die nodig zijn om dementie te verslaan of de auto van de toekomst te bouwen.
Neem nu de auto van de toekomst. Die staat op het kruispunt van alle innovaties: sensoren van de volgende generatie die de omgeving uitkammen, snelle connectie, energiezuinige AI-rekenmodellen – zodat die niet alle energie opsouperen en de actieradius beknotten- en een switch naar ‘mobiliteit als dienst’. De geavanceerde rekenchips die we daarvoor nodig hebben, moeten nog ontwikkeld worden. Niet één autobouwer krijgt dat alleen voor mekaar: samenwerken, coördineren en standaardiseren zijn aan de orde. En autobouwers zullen ook veel intenser moeten gaan samenwerken met de chipindustrie: ze zullen mee moeten komen bepalen hoe de chips voor de auto van de toekomst er zullen uitzien. Anders dreigen ze niet over de juiste bouwstenen te beschikken om die auto überhaupt te kunnen bouwen.
Behalve over sectoren heen, moeten we ook internationaal sterker samenwerken. Alleen staat net die samenwerking vandaag onder druk. De diverse chip acts – samen met de nog veel grotere R&D-budgetten van de industrie - brengen ons op een kantelpunt: als ze ervoor zorgen dat de verschillende regio's in de wereld elkaar versterken en aanvullen, dan bieden ze een kans om kritische massa te creëren om de innovatie in de halfgeleidertechnologie te versnellen. Maar, leiden ze ertoe dat regio’s zich terugplooien op hun eigen eiland? Dan nemen we grote risico’s. In een wereld die geplaagd wordt door klimaatrampen, aardbevingen en pandemieën zou het onvoorzichtig zijn om een hele toeleveringsketen af te laten hangen van één regio. Bovendien dreigen we kostbare tijd en middelen te verliezen aan dubbel werk. En dat terwijl innovaties in de halfgeleiderindustrie een cruciale rol spelen in de transformatie naar een duurzame en gezonde samenleving.
Net als bij de maanmissie in de jaren zestig staan we voor een enorme, schijnbaar onoverkomelijke, uitdagingen. Opnieuw moeten we samen het equivalent van een raket vol innovatie bouwen, niet alleen in de automobielindustrie, maar ook op het vlak van klimaat en gezondheid. En bovenal moeten we geloven dat het mogelijk is.
Alleen mikken we dit keer niet op de maan, maar op een beter leven hier op aarde. Ik ben hoopvol dat het ons gaat lukken, als we de ongebreidelde ambitie van de jaren 60 laten doorwerken in ons werk vandaag. Of zoals JFK het stelde: “we choose to go to the Moon in this decade and do the other things, not because they are easy, but because they are hard”.
Dit opiniestuk verscheen eerder in De Tijd
Luc Van den hove is voorzitter en CEO van imec sinds 1 juli 2009. Voordien was hij executive vicepresident en chief operating officer van het onderzoekscentrum. Hij trad in dienst bij imec in 1984 en startte er zijn onderzoeksloopbaan in het domein van de silicide- en interconnect-technologieën. Luc Van den hove behaalde zijn doctoraat in elektrotechniek aan de KU Leuven. Hij is auteur of coauteur van meer dan 200 publicaties en bijdragen aan conferenties.
Gepubliceerd op:
5 mei 2023